Advertenties
ONDERHOUD
9.
Draai de brandstoftoevoerklep (1) in de OPEN-stand (O).
10. Laat de lucht af.
1)
Vul de brandstoftank met brandstof (tot de vlotter zich
in de hoogste positie bevindt).
2)
Draai de knop van de toevoerpomp (4) los, trek hem
naar buiten, pomp hem in en uit tot de beweging
zwaar wordt.
OPMERKINGEN
•
Het is niet nodig om de doppen aan de brandstof-
prefilterkop en aan de brandstofhoofdfilterkop te
verwijderen.
•
Wanneer de motor zonder brandstof is gevallen,
volgt u dezelfde procedure om de voedingspomp
(4) te bedienen en te ontluchten.
3)
Na de ontluchting duwt u de knop van de voedingspomp (4) in en draait u ze vast.
11. Draai de sleutel van de startschakelaar in de START-stand
(C) en start de motor.
12. Controleer het dichtingsoppervlak van de filter en het mon-
tageoppervlak van het transparante deksel op brandstof-
lekken.
Controleer in geval van brandstoflekkage of de filterpa-
troon correct is vastgedraaid.
Als er nog steeds brandstof lekt, verwijdert u de filterpa-
troon opnieuw, en controleert u vervolgens het pakkingop-
pervlak op beschadiging of vreemd materiaal.
Als het pakkingoppervlak beschadigd is en er zich vreemd materiaal op bevindt, vervang dan de filterpa-
troon door een nieuwe, installeer de filterpatroon volgens de voornoemde procedure, en laat vervolgens de
lucht af uit het brandstofcircuit.
13. Laat de motor ongeveer 10 minuten laag stationair draaien.
14. Nadat de vervanging van de patroon is voltooid, sluit u de motorzijkap (2) en het inspectieluik van de brand-
stoftank.
ONDERHOUDSPROCEDURE
4-53
Advertenties
