Inhoudsopgave
Advertenties
PROBLEMEN EN HUN OPLOSSING
Probleem
Lamp knippert wanneer motor draait
Waarschuwingslampje acculaad-
stroom gaat niet uit, zelfs niet wan-
neer de motor draait.
Ongewoon geluid afkomstig van de
alternator
Startmotor draait niet, zelfs wanneer
de startschakelaar in de START-
stand wordt geplaatst.
Startmotortandwiel blijft zich naar
binnen en buiten verplaatsen (ge-
raas).
De startmotor is te langzaam en
draait niet vlot.
Startmotor wordt uitgeschakeld voor-
dat motor aanslaat.
Automatische voorgloeiing werkt niet. Bedrading defect
Controlelampje voorgloeisysteem
licht niet op.
(Wanneer de motorkoelvloeistoftem-
peratuur -3 °C of minder bedraagt)
Waarschuwingslampje oliedruk licht
niet op, zelfs wanneer de motor
wordt stilgelegd.
(Startschakelaar staat in ON-stand.)
Waarschuwingslampje laadstroom
licht niet op wanneer de motor wordt
stilgelegd.
(Startschakelaar staat in de ON-
stand.)
3-224
Meest voorkomende oorzaken
Bedrading defect
Verkeerd afgestelde riemspanning
Alternator defect
Bedrading defect
Alternator defect
Bedrading defect
Accu onvoldoende opgeladen
Schakelaar voor acculoskoppeling
staat in OFF-stand.
De tweede schakelaar voor motoruit-
schakeling staat in de stand "MOTOR
UITSCHAKELEN".
Verkeerde afstelling van veiligheids-
schakelaar
Accu onvoldoende opgeladen
Accu onvoldoende opgeladen
Startmotor defect
Bedrading defect
Accu onvoldoende opgeladen
Relais verwarming defect
Motorcontroller defect
Bedrading defect
Relais verwarming defect
Controlelampje defect
Controlelampje defect
Defecte waarschuwingslampschake-
laar
Controlelampje defect
Bedrading defect
Oplossing
Losse klemmen, open circuit controle-
ren en herstellen. (*)
De alternatorriemspanning aanpas-
sen. Zie ONDERHOUD ELKE 1000
BEDRIJFSUREN.
Vervangen. (*)
Controleren, repareren. (*)
Vervangen. (*)
Controleren, repareren. (*)
Accu opladen.
In de AAN-stand zetten.
Hem in de "NORMALE" stand zetten.
Veiligheidsschakelaar afstellen. (*)
Accu opladen.
Accu opladen.
Vervangen. (*)
Controleren, repareren. (*)
Accu opladen.
Controleren, repareren. (*)
Vervangen. (*)
Controleren, vervangen. (*)
Controleren, repareren. (*)
Vervangen. (*)
Vervangen. (*)
Vervangen. (*)
Vervangen. (*)
Vervangen. (*)
Controleren, repareren. (*)
BEDIENING
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
