BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
METHODE VOOR CONTROLE NA HET BEËINDIGEN VAN DE WERKZAAM-
HEDEN
CONTROLES VOOR HET UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR
Controleer op de machinemonitor de motorkoelvloeistoftempe-
ratuur, de hydrauliekolietemperatuur, de motoroliedruk, het
brandstofpeil en het DEF-peil.
CONTROLES NA HET UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR
1.
Wandel rond de machine en controleer op olie- of koelvloeistoflekken en op problemen met de werkuitrus-
ting, onderdelen aan de buitenkant, en het onderstel.
Als er zich olie- of koelvloeistoflekken of andere problemen voordoen, herstel ze dan.
2.
Controleer het DEF-reservoir, pomp, injector, slang, en dichting op lekken.
Indien er een onregelmatigheid wordt gevonden, vraagt u uw Komatsu-dealer om die te herstellen.
3.
Vul de brandstoftank.
4.
Controleer het motorcompartiment op papier en rommel. Verwijder papier en rommel om brand te voorko-
men.
5.
Verwijder eventuele modder die aan het onderstel kleeft.
VERGRENDELEN
De volgende delen zijn vergrendelbaar om vandalisme te voorkomen.
Plaatsen die kunnen worden vergrendeld met de contactsleutel
•
Cabinedeuropener (1) (rechts en links)
•
Motorzijkap (2) (links)
•
Inspectieluik hydrauliektank (3)
•
Deksel vulopening DEF-reservoir (4).
•
Inspectieluik brandstoftank (5)
•
Inspectieluik radiatorvulopening (6)
•
Vuldop hydrauliekolietank (7)
3-190
BEDIENING