BEDIENING
OPMERKING
•
Laat in geen geval de startmotor langer dan 60 secon-
den continu draaien. Indien de motor niet start, wacht
dan ongeveer 2 minuten en herhaal de procedure van-
af stap 2.
•
Wanneer de motor wordt gestart, terwijl de brandstof-
regelingsschijf in de stand hoog stationair (MAX)
staat, zal de motor plots versnellen en schade aan de
motoronderdelen veroorzaken.
Controleer vóór het starten van de motor of de brand-
stofregelingsschijf (1) zich in de stand laag stationair
(MIN) bevindt.
•
Deze machine is uitgerust met de automatische op-
warmfunctie om de koelvloeistof sneller te verwarmen
en met de turbobeschermingsfunctie om de turbolader
te beschermen. Bij starten bij koud weer is het moge-
lijk dat het toerental onmiddellijk na het starten ver-
scheidene seconden lang niet verandert, zelfs niet als
de brandstofregelingsschijf (1) wordt bediend.
•
Zelfs als de motor gestart wordt met de brandstofrege-
lingsschijf in een andere stand dan laag stationair
(MIN), zal de motor toch laag stationair draaien.
U kunt het motortoerental wijzigen door de brandstof-
regelingsschijf (1) in de stand laag stationair (MIN) te
draaien en ze vervolgens in de richting van hoog stati-
onair (MAX) te draaien.
1.
Draai de brandstofregelingsschijf (1) in de stand laag stati-
onair (MIN).
Als de schijf in de stand hoog stationair (MAX) staat, zorg
er dan voor dat u ze in de stand laag stationair (MIN)
draait.
2.
Draai de sleutel in contactslot (2) in de START-stand (C).
De motor start.
BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-157