BEDIENING
VERKLARING ONDERDELEN
Schakelaars (LH), (FF), (RH), en (RR)
(a) ON-stand
De ruitenwisser werkt.
(b) Sproeierstand
Terwijl de schakelaar ingedrukt wordt, wordt het water ge-
sproeid en wordt tegelijkertijd de wisser ingeschakeld.
Wanneer de schakelaar losgelaten wordt, keert hij terug naar
de stand (a), stopt het sproeien en werkt alleen nog de ruiten-
wisser.
(c) UIT-stand
De ruitenwisser stopt.
Schakelaar (INT)
(a) ON-stand
De ruitenwissers op de rechter en linker deur werken met tus-
senpozen.
(b) OFF-stand
De ruitenwissers op de rechter en linker deur werken onafge-
broken.
CLAXONSCHAKELAAR
Als u op de claxonschakelaar drukt, weerklinkt de claxon.
De claxonschakelaar bevindt zich aan de achterzijde van de
bedieningshendel van het blad, rechts van de bestuurderszetel.
KOPLAMPSCHAKELAAR
De koplampschakelaar wordt gebruikt om de koplamp en de
monitorverlichting in te schakelen.
(A) Nachtstand
De lampen gaan branden en de monitorverlichting wordt inge-
steld op nachtmodus.
(B) Dagstand:
De lampen gaan branden en de monitorverlichting wordt inge-
steld op dagmodus.
(C) UIT-stand:
De lampen doven.
(De verlichting van de verklikkerlampjes wordt ingesteld op dagmodus.)
3-87