ONDERHOUDSPROCEDURE
5.
Verwijder het onderdeksel (6).
6.
Draai de startschakelaar (1) in de ON-stand.
7.
Stel de modus van de ventilatoromkering in via het gebrui-
kersmenu op de machinemonitor "Machine Setting" (ma-
chineconfiguratie).
Voor het instellen van de ventilatoromkering, zie "HY-
DRAULIEKVENTILATOR OMKEREN".
OPMERKINGEN
Zelfs wanneer de omgekeerde rotatie van de ventilator is
ingesteld terwijl de motor draait, zal de draairichting van
de ventilator niet omgekeerd worden.
Het scherm in de afbeelding wordt weergegeven om de be-
stuurder te informeren dat de rotatierichting van de venti-
lator niet werd gewijzigd.
Leg de motor eenmaal stil en volg stappen 3 tot 6.
8.
Zet de startschakelaar (1) in de START-stand en start de
motor.
De hydrauliekventilator draait in omgekeerde richting.
9.
Draai de brandstofregelingsschijf in de stand hoog stationair (MAX), en laat de motor hoog stationair draai-
en.
Laat de motor ongeveer 5 minuten hoog stationair draaien.
10. Na het schoonmaken draait u de brandstofregelingsschijf in de stand laag stationair (MIN).
Laat de motor ongeveer 10 seconden laag stationair draaien.
11. Draai de startschakelaar (1) in de OFF-stand, en leg de motor stil.
OPMERKINGEN
•
Als vuil in de radiatorribben vast zit, blaast u dit met perslucht weg.
•
Controleer of er zich geen vuil heeft opgehoopt rond de turbolader.
•
In koude omstandigheden maakt u schoon door de hydrauliekventilator minder dan 5 minuten omge-
keerd te laten draaien.
Als de hydrauliekventilator lange tijd in de omgekeerde richting draait, kan de DEF-slang bevriezen.
12. Installeer het onderdeksel (6).
13. Sluit het inspectieluik van de brandstoftank (5) aan de rechterzijde van de machine en het inspectieluik van
de hydrauliektank (4) aan de linkerzijde.
4-30
ONDERHOUD