BEDIENING
VOORZORGEN VOOR HET OPLADEN VAN DE ACCU
k
k
WAARSCHUWING
Bij het laden van de accu bestaat het gevaar dat deze ex-
plodeert, wanneer hij niet op de gepaste manier wordt be-
handeld. Volg steeds de richtlijnen in VOORZORGSMAAT-
RGELEEN VOOR ONTLADEN ACCU (3-217) en het instruc-
tiehandboek dat hoort bij de lader, en doe zoals hierna
volgt.
•
Stel de spanning op de lader in, in functie van de
spanning op de te laden accu. Indien de spanning niet
juist wordt gekozen, dan kan de lader oververhitten en
exploderen.
•
Verbind de positieve (+) laderklem van de lader met de
positieve (+) accuklem, daarna de negatieve (–) lader-
klem van de lader verbinden met de negatieve (–) ac-
cuklem. Zorg ervoor dat de klemmen stevig vastzitten.
•
Zet de laadstroom op 1/10 van de waarde van de stan-
daardaccucapaciteit; bij het uitvoeren van een snelle
lading, zet u de stroom op minder dan de standaardac-
cucapaciteit.
Wanneer de laadstroom te hoog is, zal de elektrolyt
lekken of zullen de accucellen opdrogen, en dit kan de
accu doen ontvlammen en ontploffen.
•
Als de accuvloeistof bevroren is, laad de accu dan niet
op of start de motor dan niet met een andere stroom-
bron. Het gevaar bestaat dat de elektrolyt van de accu
hierdoor vuur zal vatten en dat de accu ontploft.
•
Gebruik of laad de accu niet als het niveau van de ac-
cuvloeistof onder de lijn LOWER LEVEL staat. Dit zou
een explosie kunnen veroorzaken. Controleer het ac-
cuvloeistofniveau regelmatig en voeg gedistilleerd wa-
ter toe om het niveau tot de lijn UPPER LEVEL te bren-
gen.
PROBLEMEN EN HUN OPLOSSING
3-221