BEDIENING
PARKEERREMHENDEL
•
Wanneer u de bestuurderszetel verlaat, moet u de parkeerremhendel stevig in de LOCK-stand (L)
zetten.
Wanneer de parkeerremhendel niet in de LOCK-stand (L) staat en de als joystick (stuur-, richtings-
en versnellingshendel) per ongeluk wordt aangeraakt, kan dit ernstige verwondingen of de dood tot
gevolg hebben.
•
Als de parkeerremhendel niet stevig in de LOCK-stand (L) staat, is het mogelijk dat de parkeerrem
niet vergrendeld is.
Controleer of de parkeerremhendel staat zoals in de afbeelding.
•
Plaats de parkeerremhendel altijd in de LOCK-stand (L) wanneer u de machine parkeert.
•
Wanneer u de parkeerremhendel optrekt of hem naar beneden duwt, moet u voorzichtig zijn en er-
voor zorgen dat u de joystick (stuur-, richtings- en versnellingshendel) niet aanraakt.
•
Wanneer de parkeerremhendel bediend wordt, wordt de rem actief, zelfs wanneer de machine rijdt.
Gebruik de parkeerremhendel niet tijdens het rijden, tenzij in een noodgeval, want anders zal de ma-
chine abrupt stoppen en dat is gevaarlijk.
De parkeerremhendel is de hendel waarmee de parkeerrem
bediend wordt.
Zet hem in de LOCK-stand (L) zodat de parkeerrem geacti-
veerd is.
Positie (L)
VERGRENDELEN
Positie (F)
VRIJ
OPMERKINGEN
•
Wanneer u de parkeerremhendel in de LOCK-stand (L) plaatst, zet u eerst de joystick (stuur-, rijrichtings-
en versnellingshendel) terug in de N-stand (NEUTRAAL).
•
Wanneer u de motor start, zet u de parkeerremhendel in de LOCK-stand (L).
Wanneer de parkeerremhendel niet in de LOCK-stand (L) staat, is de eindschakelaar geactiveerd en start
de motor niet.
VERGRENDELINGSHENDEL WERKUITRUSTING
•
Wanneer u de bestuurderszetel verlaat, zet u de hendel van de veiligheidsvergrendeling stevig in de
LOCK-stand (L) vast.
Als de vergrendelingshendel van de werkuitrusting niet in de LOCK-stand (L) staat en de bedie-
ningshendel van het blad per ongeluk wordt aangeraakt, kan dit ernstige ongevallen tot gevolg heb-
ben.
•
Als de vergrendelingshendel van de werkuitrusting niet stevig in de LOCK-stand (L) staat, dan is het
mogelijk dat de vergrendeling niet werkt.
Controleer of de hendel van de werkuitrusting in de stand staat zoals in de afbeelding.
•
Laat bij het parkeren of voor onderhoudswerkzaamheden altijd de werkuitrusting op de grond zak-
ken en plaats daarna de vergrendelingshendel van de werkuitrusting in de LOCK-stand (L).
•
Wanneer de vergrendelingshendel van de werkuitrusting wordt opgetrokken of ingedrukt, moet men
oppassen dat men de bedieningshendel van het blad niet raakt.
k
k
WAARSCHUWING
k
k
WAARSCHUWING
VERKLARING ONDERDELEN
3-93