Advertenties
BEDIENING
Probleem
Na het opwarmen brandt het waar-
schuwingslampje voor de motorolie-
druk nog steeds.
Stoom spuit uit de radiatorkop. (druk-
ventiel)
Waarschuwingslampje motorkoel-
vloeistoftemperatuur gaat branden.
Startmotor draait maar de motor start
niet.
Meest voorkomende oorzaken
Onvoldoende olie in motorcarter
(zuigt lucht naar binnen)
Ongepaste olie gebruikt. (Ongepaste
viscositeit.)
Verstopt oliefilterelement
Olielek door defecte bevestiging van
of breuk in olieleiding of leidingdich-
ting.
Controlelampje defect
Laag koelvloeistofpeil, koelvloeistof-
lekkage
Ophoping van vuil of bezinksel in
koelsysteem
Radiatorribben verstopt of rib bescha-
digd
Thermostaat defect
Radiatorvuldop los (gebruik op grote
hoogte)
Controlelampje defect
Laag koelvloeistofpeil, koelvloeistof-
lekkage
Ophoping van vuil of bezinksel in
koelsysteem
Radiatorribben verstopt of rib bescha-
digd
Thermostaat defect
Radiatorvuldop los (gebruik op grote
hoogte)
Controlelampje defect
Gebrek aan brandstof
Lucht in brandstofcircuit.
Brandstofpomp of verstuiver defect
De startmotor is te langzaam en
draait niet vlot.
Compressie niet correct
(Verkeerde klepspeling)
PROBLEMEN EN HUN OPLOSSING
Oplossing
Olie bijvullen tot het voorgeschreven
peil. Zie CONTROLES VOOR HET
STARTEN.
Raadpleeg "AANBEVOLEN BRAND-
STOF, KOELVLOEISTOF EN
SMEERMIDDEL", en ververs de olie.
Vervangen. Zie ONDERHOUD ELKE
500 BEDRIJFSUREN.
Controleren en repareren. (*)
Vervangen. (*)
Controleer, voeg koelvloeistof toe, re-
pareer, zie CONTROLES VOOR HET
STARTEN
Ververs de koelvloeistof, spoel het
koelsysteem aan de binnenzijde, zie
WANNEER VEREIST.
Reinigen of repareren. Zie WAN-
NEER NODIG.
Thermostaat vervangen. (*)
Dop aanhalen of pakking vervangen.
Controlelampje vervangen. (*)
Controleren, koelvloeistof toevoegen,
repareren, zie CONTROLES VOOR
HET STARTEN
De koelvloeistof verversen, het koel-
systeem aan de binnenzijde spoelen,
zie WANNEER VEREIST.
Reinigen of repareren. Zie WAN-
NEER NODIG.
Thermostaat vervangen. (*)
Dop aanhalen of pakking vervangen.
Controlelampje vervangen. (*)
Olie bijvullen tot het voorgeschreven
peil. Zie CONTROLES VOOR HET
STARTEN.
Het deel waar lucht wordt aangezo-
gen vervangen.
Pomp of verstuiver vervangen. (*)
Zie "FENOMENEN EN ACTIES
VOOR ELEKTRISCH SYSTEEM".
Klepspeling afstellen. (*)
3-227
Advertenties
