VERKLARING ONDERDELEN
Bediening in andere modi terwijl het camerabeeld wordt weergegeven
Zelfs wanneer het camerabeeld wordt weergegeven, kunnen de volgende modi worden bediend.
•
De werkmodus kan worden gewijzigd door de werkmodus-
kiezer in te drukken.
Als de werkmodus gewijzigd is, keert het scherm automa-
tisch terug naar het standaardscherm.
Wanneer de machine achteruitrijdt, keert het scherm niet
terug naar het standaardscherm, zelfs niet wanneer een
andere werkmodus wordt ingesteld.
OPMERKINGEN
Wanneer de werkmoduskiezer wordt ingedrukt terwijl de
machine achteruitrijdt, wordt een andere werkmodus inge-
steld. Dat wordt echter niet weergegeven op het scherm.
•
De schakelmodus kan worden gewijzigd door de schakel-
moduskiezer in te drukken.
•
Druk op de instelschakelaar voor de achteruitrijsnelheid
om de achteruitrijsnelheid in te stellen.
•
Het is mogelijk om de zoemer als waarschuwing voor een
abnormaliteit te stoppen door op de uitschakelaar van de
zoemer te drukken.
Zelfs als de zoemeruitschakelaar wordt ingedrukt, schakelt
de camerabeeldweergave niet over naar een ander
scherm of keert de weergave niet terug naar het stan-
daardscherm.
Afhankelijk van de waarschuwing stopt de alarmzoemer
niet door de zoemeruitschakelaar in te drukken.
3-48
BEDIENING