BEDIENING
Als het display van de regeneratie van de inrichtingen voor
nabehandeling (A) weergeeft dat de regenratie bezig is
terwijl de ventilator in omgekeerde richting draait, kan het
motortoerental tot 1400 rpm dalen, ongeacht de stand van
de brandstofregelingsschijf.
In dat geval draait de ventilator trager en kan er geen vol-
doende luchtdebiet verkregen worden om de radiator te
reinigen. Wacht in deze toestand dus totdat het display
van de regeneratie van de inrichtingen voor nabehandeling
(A) uit gaat.
Zodra het display uit is, kan de ventilator in de omgekeer-
de richting draaien door het motortoerental op te drijven.
Als de parkeerremhendel of de vergrendelingshendel van
de werkuitrusting in de VRIJE stand geplaatst wordt wan-
neer de ventilator in omgekeerde richting draait, wordt het
scherm in de afbeelding weergegeven.
In dit geval stopt u de omkering van de ventilatorrotatie
door de vergrendelingshendels van de parkeerrem en de
werkuitrusting beide in de LOCK-stand te zetten door op
F5 te drukken.
Als de ventilator gedurende 10 minuten of meer omge-
keerd draait tegen hoge snelheid, dan zal het motortoeren-
tal automatisch dalen om de hydraulische onderdelen te
beschermen, en zal het scherm zoals rechts in de afbeel-
ding mogelijk weergegeven worden. Dit is echter geen pro-
bleem.
12. Na beëindiging van de werken drukt u op F5 om de omke-
ring van de ventilatorrotatie te stoppen.
13. Zet de brandstofregelingsschijf in de stand laag stationair
(MIN).
14. Zet de startschakelaar op OFF om de motor stil te leggen.
VERKLARING ONDERDELEN
3-67