BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
METHODE VOOR DRAAIEN TIJDENS VOORUIT RIJDEN
Om geleidelijk naar links te draaien, moet u de joystick (stuur-,
richtings- en versnellingshendel) naar voor duwen en hem half-
weg naar links (L) bewegen.
Eender welke draaicirkel kan worden ingesteld tot de bedie-
ningsinspanning van de joystick (stuur-, rijrichtings- en versnel-
lingshendel) zwaarder wordt.
OPMERKINGEN
Om geleidelijk naar rechts te draaien, moet u de joystick
(stuur-, richtings- en versnellingshendel) naar voor duwen en
hem halfweg naar rechts bewegen.
Ga op dezelfde manier tewerk bij het achteruit rijden.
METHODE VOOR TEGENDRAAIING
OPMERKING
•
Controleer de veiligheid rondom de machine voordat u een tegendraaiing uitvoert.
•
Wanneer u een tegendraaiing uitvoert als de last aan de linker- en rechterzijde niet gelijk is, kan de
machine rond haar as draaien. Controleer daarom de toestand van de bodem en zorg ervoor dat u
geen hindernissen raakt.
OPMERKINGEN
Wanneer de stuurmodus is ingesteld op de fijne modus, kan de machine geen tegendraaiing uitvoeren.
1.
Controleer of de stuurmodus in de normale modus is inge-
steld.
Wanneer de stuurmodus niet in de normale modus is inge-
steld, stelt u hem in de normale modus in volgens de vol-
gende procedure;
1)
Druk op F1 op het standaardscherm om het "Mode
Select"-scherm (moduskeuze) weer te geven.
2)
Selecteer op het "Mode Select"-scherm (moduskeuze)
de "Steering Mode" (stuurmodus) en druk op F6.
3-176
BEDIENING