BEDIENING
METHODE VOOR AFSTELLEN ARMSTEUN
De rechter en linker armsteunen van de bestuurderszetel kunnen in de hoogte op 3 niveaus versteld worden.
Zet na het afstellen van de bestuurderszetel de armsteunen op de gepaste hoogte.
1.
Draai de bouten (1) aan de linker- en rechterzijde van de
bestuurderszetel los. (telkens 2 plaatsen)
2.
Stel de armleuningen aan beide zijden van de bestuur-
derszetel in op een geschikte hoogte.
3.
Draai de bouten (1) stevig aan.
De armsteunen zijn nu vastgezet.
METHODE VOOR VAST- EN LOSGESPEN VEILIGHEIDSGORDEL
•
Controleer voordat u de gordel vastgespt of de bevestigingsbeugel of de riem geen onregelmatighe-
den vertonen. Vervang hem als hij versleten of beschadigd is.
•
Zelfs als de gordel geen problemen vertoont, vervangt u de gordel om de 3 jaar vanaf de start van
het gebruik of 5 jaar na de productiedatum, wat het eerste komt. De productiedatum staat op de
achterzijde van de gordel vermeld.
•
Zorg ervoor dat u tijdens het werken steeds de veiligheidsgordel omdoet.
•
Draai de veiligheidsgordel niet wanneer u deze vastgespt.
OPMERKINGEN
De datum die op de veiligheidsgordel aangegeven wordt, is de productiedatum. Dit is de start van de periode
van 5 jaar. Dit is niet de start van de periode van 3 jaar van het eigenlijke gebruik.
VEILIGHEIDSGORDEL CONTROLEREN
Controleer op losse bevestigingsbouten van de metalen dichtingen waarmee de veiligheidsgordel vastgemaakt
is aan de machine.
Als de bouten loszitten, haalt u ze aan.
Aanhaalkoppel: 25 ± 5 Nm {2,5 ± 0,5 kgm}
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel scheurtjes vertoont, donzig is, of kapot is, of als hij vervormd is door langdurig
gebruik, vervangt u hem.
METHODE VOOR VASTGESPEN VEILIGHEIDSGORDEL
Ga op de zetel zitten, druk het decelerator-/rempedaal volledig in en stel de zetel zo af dat u met de rug tegen
de rugleuning gedrukt zit.
1.
Houd klem (2) vast en trek de veiligheidsgordel uit het te-
rugtrekmechanisme (1).
2.
Controleer of de gordel niet gedraaid is, en steek tong (3)
stevig in gesp (4).
Span de gordel rond uw lichaam, zonder er knikken in te
veroorzaken.
k
k
WAARSCHUWING
BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-151