BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3.
Wanneer de motor start, moet de sleutel van de startscha-
kelaar (2) worden losgelaten.
De sleutel keert automatisch terug naar de ON-stand (B).
OPMERKINGEN
•
Onmiddellijk nadat de motor in de winter is gestart, of tijdens de regeneratie van de inrichtingen voor nabe-
handeling, kan kortstondig witte rook te zien zijn. Dit is geen defect.
•
De geur van de uitlaatgassen verschilt van die van een conventionele dieselmotor door de filtering van de
uitlaatgassen.
METHODE VOOR STARTEN MOTOR BIJ KOUD WEER
•
Start de motor alleen terwijl u in de bestuurderszetel zit.
•
Probeer niet om de motor te starten door het startcircuit van de motor te kortsluiten. Dit kan brand
en ernstige of dodelijke letsels veroorzaken.
•
Controleer of er zich geen personen of obstakels in de omgeving rond de machine bevinden, cla-
xonneer vervolgens en start de motor.
•
Gebruik geen starthulpmiddelen om de motor te starten aangezien deze explosies kunnen veroorza-
ken.
•
Uitlaatgassen zijn giftig. Wanneer u de motor in een gesloten ruimte start, zorg dan nauwlettend
voor een goede ventilatie.
•
Nader de opening van de uitlaat van de motor niet terwijl de motor draait of net nadat hij stilgelegd
is.
Houd ook brandbare materialen uit de buurt van de uitlaatpijp.
3-158
k
k
WAARSCHUWING
BEDIENING