BEDIENING
Probleem
De buitenkant van de elektrische ver-
warming is niet warm wanneer men
voelt met de hand.
Airconditioner defect
Motor start niet.
(Op de monitor gaat L04 branden.)
FENOMENEN EN ACTIES VOOR CHASSIS
•
Neem contact op met uw Komatsu-dealer voor de oplossingen die in de kolom met oplossingen met een (*)
aangegeven worden.
•
Vraag uw Komatsu-dealer om de nodige reparaties uit te voeren voor problemen of oorzaken die in de on-
derstaande lijst niet voorkomen.
Probleem
Machine stopt niet, zelfs wanneer het
decelerator-/rempedaal wordt inge-
drukt
Rupsbandschoen komt los.
Abnormale slijtage van kettingwiel
Blad komt te langzaam of niet omh-
oog.
Wanneer de machine bestuurd wordt,
draait ze niet.
Abnormaal geluid hoorbaar aan de
spanrol.
Te weinig tractie (rijsnelheid is laag.)
De rijsnelheid neemt te traag toe.
Meest voorkomende oorzaken
Bedrading defect
Draadbreuk in elektrische inlaatlucht-
verwarming
Verwarmingsrelais defect
Zekering doorgesmolten
Accu onvoldoende opgeladen
Schakelaar airconditioner defect
Schakelaar aanjager defect
Compressor defect
Corrupte data in de controller.
Andere systeemproblemen
Meest voorkomende oorzaken
Foute afstelling van decelerator-/
rempedaalsensor en -schakelaar
Rupsbandspanning is te los.
Rupsbandschoen te los of te strak
gespannen.
Te weinig hydrauliekolie
De vergrendelingshendel van de
werkuitrusting staat in de LOCK-
stand.
Laadpomp is versleten of geschaafd. Controleren, vervangen. (*)
Defecte EPC-klep werkuitrusting
Parkeerhendel staat in LOCK-stand.
Bedrading hendel defect
Te weinig spanrololie
Te weinig motorvermogen
De hydrauliekolietemperatuur is laag. Opwarmen.
PROBLEMEN EN HUN OPLOSSING
Oplossing
Controleren, repareren. (*)
Vervangen. (*)
Verwarmingsrelais controleren, repa-
reren. (*)
Controleren, herstellen. (*)
Accu opladen.
Schakelaar airconditioner vervangen.
(*)
Schakelaar aanjager vervangen. (*)
Vervangen. (*)
Controleren, herstellen. (*)
Controleren, herstellen. (*)
Oplossing
Afstellen, controleren, repareren. (*)
Rupsbandspanning aanpassen. Zie
WANNEER NODIG.
Rupsbandspanning aanpassen. Zie
WANNEER NODIG.
Olie bijvullen tot het voorgeschreven
peil Zie CONTROLES VOOR HET
STARTEN.
In de VRIJE stand plaatsen.
Controleren, vervangen. (*)
In de VRIJE stand zetten].
Controleren, repareren. (*)
Rupsbandspanning aanpassen. Zie
WANNEER NODIG.
Olie bijvullen tot het voorgeschreven
peil (*)
Zie "FENOMENEN EN ACTIES
VOOR ONDERDELEN DIE VER-
BAND HOUDEN MET DE MOTOR".
3-225