13.4 Hoogtelijnen digitaliseren
Schakelend tastsysteem: digitaliseringscyclus 7 HOOGTELIJN
Metend tastsysteem: digitaliseringscyclus 17 HOOGTELIJN
Met de digitaliseringscyclus HOOGTELIJNEN wordt een 3D-vorm in
lagen gedigitaliseerd. Het digitaliseren volgens hoogtelijnen is
uitermate geschikt voor steile vormen (b.v. aanspuitingen van
spuitgietmatrijzen) of wanneer slechts één hoogtelijn geregistreerd
moet worden (b.v. omtreklijn van een curveschijf).
Bij het digitaliseringsproces verplaatst het tastsysteem zich - nadat
het eerste punt is geregistreerd - op constante hoogte rondom de
vorm. Wanneer het eerste geregistreerde punt weer wordt bereikt,
wordt het tastsysteem met de ingegeven lijnafstand in positieve of
negatieve richting van de spilas verplaatst. Het tastsysteem
verplaatst zich opnieuw op constante hoogte rondom het werkstuk
tot het eerste geregistreerde punt op deze hoogte. Dit proces
herhaalt zich, totdat het totale bereik is gedigitaliseerd.
Aan het einde van het digitaliseringsproces verplaatst het
tastsysteem zich naar VEILIGE HOOGTE en keert naar het
geprogrammeerde startpunt terug.
Bij het digitaliseren met het metende tastsysteem onthoudt de TNC
de posities, waar grote richtingsveranderingen opgetreden zijn - tot
maximaal 1000 posities per regel. Op de volgende hoogtelijn
reduceert de TNC automatisch de digitaliseringsaanzet, wanneer het
tastsysteem in de buurt van zo'n plaats komt. Daardoor worden
betere aftastresultaten verkregen.
Beperkingen voor het tastbereik
In de as van het tastsysteem: het gedefinieerde BEREIK moet
minstens met de tastkogelradius onder het hoogste punt van de
3D-vorm liggen.
In het bewerkingsvlak: het gedefinieerde bereik moet minstens
met de tastkogelradius groter zijn dan de 3D-vorm.
Startpunt
Spilascoördinaat van het MIN-punt uit cyclus 5 BEREIK of cyclus
15 BEREIK wanneer LIJNAFSTAND positief is ingegeven
Spilascoördinaat van het MAX-punt uit cyclus 5 BEREIK of cyclus
15 BEREIK wanneer LIJNAFSTAND negatief is ingegeven.
Coördinaten van het bewerkingsvlak in de cyclus HOOGTELIJNEN
gedefinieerd.
Startpunt wordt door de TNC automatisch benaderd:
eerst in de spilas op VEILIGE HOOGTE, dan in het
bewerkingsvlak.
Vorm benaderen
Het tastsysteem verplaatst zich naar de vorm in de richting die in de
cyclus HOOGTELIJNEN geprogrammeerd is. De coördinaten van de
positie, waar het tastsyst. de vorm aanraakt, worden opgeslagen.
HEIDENHAIN TNC 426
Z
Y
X
279