CONTOURREEKS (cyclus 25) 174
CILINDERMANTEL (cyclus 27) 175
Voorbeeld: kamer uitruimen en naruimen 177
Voorbeeld: overlappende contouren voorboren, voorbewerken, nabewerken 179
Voorbeeld: contourreeks 181
Voorbeeld: cilindermantel 183
8.6 Cycli voor het affrezen 185
DIGITALISERINGSGEGEV. AFWERKEN (cyclus 30) 185
AFFREZEN (cyclus 230) 187
RECHTLIJNIG AFVLAKKEN (cyclus 231) 189
Voorbeeld: affrezen 191
8.7 Cycli voor coördinatenomrekening 192
NULPUNT-verschuiving (cyclus 7) 193
NULPUNT-verschuiving met nulpuntstabellen (cyclus 7)
SPIEGELEN (cyclus 8) 196
ROTATIE (cyclus 10) 197
MAATFACTOR (cyclus 11) 198
MAATFACTOR ASSP . (cyclus 26) 199
BEWERKINGSVLAK (cyclus 19) 200
Voorbeeld: coördinatenomrekeningscycli 203
8.8 Speciale cycli 205
STILSTANDSTIJD (cyclus 9) 205
PROGRAMMA-OPROEP (cyclus 12) 205
SPILORIËNTATIE (cyclus 13) 206
9 PROGRAMMEREN: ONDERPROGRAMMA'S EN HERHALING VAN PROGRAMMADELEN 207
9.1 Onderprogramma's en herhaling van programmadelen kenmerken 208
9.2 Onderprogramma's 208
9.3 Herhaling van programmadeel 209
9.4 Willekeurig programma als onderprogramma 210
9.5 Nestingen 211
Onderprogramma in een onderprogramma 211
Herhaling van programmadelen herhalen 212
Onderprogramma herhalen 213
Voorbeeld: contourfrezen in meerdere verplaatsingen 214
Voorbeeld: boorgroepen 215
Voorbeeld: boorgroepen met meerdere gereedschappen 216
VIII
194
Inhoud