Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 426 Handleiding pagina 207

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 426:

Advertenties

NULPUNT-verschuiving met nulpuntstabellen
(cyclus 7)
Als de grafische weergave voor het programmeren in
combinatie met nulpuntstabellen toegepast wordt, dan
moet voor het starten van de grafische weergave, in
werkstand TEST de desbetreffende nulpuntstabel (status
S) gekozen zijn.
Wanneer alleen een nulpuntstabel wordt toegepast,
vermijdt dan verwisselingen bij het activeren in de
werkstanden voor de programma-afloop.
Nulpunten uit de nulpuntstabel kunnen zich relateren aan
het actuele referentiepunt of het machinenulpunt
(afhankelijk van machineparameter 7475).
Nieuwe regels kunnen alleen aan tabeleinde tussenge-
voegd worden.
De coördinatenwaarden uit nulpuntstabellen zijn
uitsluitend absoluut werkzaam.
Toepassing
Nulpuntstabellen worden toegepast bij:
vaak terugkerende bewerkingen op verschillende werkstukposities
of
vaak terugkerende toepassing van dezelfde nulpuntverschuiving.
Binnen een programma kunnen nulpunten zowel direct in de
cyclusdefinitie geprogrammeerd alsook vanuit een nulpuntstabel
opgeroepen worden.
VERSCHUIVING: nummer van het nulpunt uit de
nulpuntstabel of een Q-parameter ingeven; wanneer
een Q-parameter wordt ingegeven, dan activeert de
TNC het nulpuntnummer, dat in de Q-parameter staat.
Terugzetten
Uit de nulpuntstabel verschuiving naar de coördinaten
X=0; Y=0 etc. oproepen.
Verschuiving naar de coördinaten X=0; Y=0 etc. direct d.m.v. een
cyclusdefinitie oproepen.
Statusweergaven
Wanneer nulpunten uit de tabel zich relateren aan het
machinenulpunt, dan:
relateert de positieweergave zich aan het actieve (verschoven)
nulpunt;
relateert het getoonde nulpunt in de additionele statusweergave
zich aan het machinenulpunt, waarbij de TNC het handmatig
vastgelegde referentiepunt meeberekend.
194
Z
Y
Z
Y
8 Programmeren: cycli
X
X

Advertenties

loading