4.9 Palletstabellen maken
De palletstabellen worden beheerd en uitgegeven, zoals
in de PLC is vastgelegd. Raadpleeg het
machinehandboek!
Palletstabellen worden voor de bewerkingscentra met
palletswisselaars toegepast: de palletstabel roept voor de
verschillende pallets de daarbijbehorende bewerkingsprogramma's
op en activeert de overeenkomstige nulpuntstabellen.
Palletstabellen bevatten onderstaande gegevens:
palletsnummer PAL;
naam bewerkingsprogramma PROGRAMMA;
nulpuntstabel DATUM.
Palletstabel kiezen
In de werkstand PROGRAMMEREN/BEWERKEN bestandsbeheer
toets PGM MGT kiezen.
Bestanden van het type .P weergeven: softkeys SELECT TYPE en
SHOW .P indrukken.
Palletstabel met pijltoetsen kiezen of naam voor een nieuwe tabel
ingeven.
Keuze met ENT-toets bevestigen.
Programma's en nulpuntstabellen in de palletstabel registreren. In
de kolommen wordt de programmanaam en de daarbijbehorende
nulpuntstabel ingegeven. In de tabel kan de lichtbalk met de
pijltoetsen verschoven worden. Tijdens het bewerken van een
palletsbestand, toont de TNC de softkeys voor het bewerken: zie
tabel rechts.
Palletsbestand verlaten
Bestandsbeheer kiezen: toets PGM MGT indrukken.
Ander bestandstype kiezen: softkey SELECT TYPE en softkey voor
het gewenste bestandstype indrukken, b.v. SHOW .H.
Gewenste bestand kiezen.
HEIDENHAIN TNC 426
Functie
Begin tabel kiezen
Einde tabel kiezen
Volgende pagina van de tabel kiezen
Vorige pagina van de tabel kiezen
Regel aan einde van de tabel toevoegen
Regel aan het einde van de tabel wissen
Begin van de volgende regel kiezen
Softkey
51