14.7 Positieweergave kiezen
Voor de HANDBEDIENING en de programma-afloop-werkstanden
kan de weergave van de coördinaten beïnvloed worden.
De afbeelding rechts toont verschillende posities van het
gereedschap:
uitgangspositie;
doelpositie van het gereedschap;
werkstuknulpunt;
machinenulpunt.
Voor de positieweergaven van de TNC kunnen onderstaande
coördinaten gekozen worden:
Functie
Nominale positie; door de TNC act. vastgelegde waarde NOM
Act. pos.; waar het gereedschap op dat moment is
Referentiepositie; actuele positie gerelateerd aan
het machinenulpunt
Restweg tot geprogrammeerde positie; verschil
tussen actuele en doelpositie
Sleepfout; verschil tussen nominale en actuele positie
Uitwijking van het metende tastsysteem
Met de MOD-functie POSITIEWEERGAVE 1 wordt de
positieweergave in de statusweergave gekozen.
Met de MOD-functie POSITIEWEERGAVE 2 wordt de
positieweergave in de additionele statusweergave gekozen.
14.8 Maateenheid kiezen
Met deze MOD-functie wordt vastgelegd of de TNC de coördinaten
in mm of inch moet weergeven.
metrisch maatsysteem: b.v. X = 15,789 (mm) MOD-functie
WISSEL MM/INCH MM. Weergave met 3 plaatsen achter de
komma.
Inch-systeem: b.v. X = 0,6216 (inch) MOD-functie WISSEL MM/
INCH INCH. Weergave met 4 plaatsen achter de komma.
294
Weergave
ACT
REF
RESTW
SLPFT
UITW.
SOLL
IST
SCHPF
RESTW
REF
14 MOD-functies