Met CC wordt een positie als cirkelmiddelpunt geken-
merkt: het gereedschap verplaatst niet naar deze positie.
Het cirkelmiddelpunt is tevens de pool voor
poolcoördinaten.
Cirkelbaan C om cirkelmiddelpunt CC
Het cirkelmiddelpunt CC moet vastgelegd worden, voordat de cirkel-
baan C geprogrammeerd wordt. De laatst geprogrammeerde ge-
reedschapspositie voor de C-regel is het startpunt van de cirkelbaan.
Gereedschap naar het startpunt van de cirkelbaan verplaatsen.
COÖRDINATEN van het cirkelmiddelpunt ingeven.
COÖRDINATEN van het eindpunt van de cirkelboog.
ROTATIERICHTING DR.
Indien nodig:
AANZET F
ADDITIONELE M-FUNCTIE
NC-voorbeeldregels
5 CC X+25 Y+25
6
X+45 Y+25 RR F200 M3
7 C X+45 Y+25 DR+
Volledige cirkel
Programmeer voor het eindpunt dezelfde coördinaten als voor het
startpunt.
Start- en eindpunt van de cirkelbeweging moeten op de
cirkelbaan liggen.
Ingavetolerantie: tot 0,016 mm (via MP7431 te kiezen)
HEIDENHAIN TNC 426
Y
E
S
CC
Y
CC
25
25
45
X
DR+
DR–
X
89