7.2 Additionele functies voor controle
van programma-afloop, spil en
koelmiddel
M
Werking
M00 Programma-afloop STOP
Spil STOP
Koelmiddel UIT
M02 Programma-afloop STOP
Spil STOP
Koelmiddel UIT
Terugspringen naar regel 1
Wissen van de statusweergave (afhankelijk
van machineparameters)
M03 Spil AAN met de klok mee
M04 Spil AAN tegen de klok in
M05 Spil STOP
M06 Gereedschapswissel
Spil STOP
Programma-afloop STOP (afhankelijk van
machineparameters)
M08 Koelmiddel AAN
M09 Koelmiddel UIT
M13 Spil AAN met de klok mee
Koelmiddel AAN
M14 Spil AAN tegen de klok in
Koelmiddel AAN
M30 Als M02
7.3 Additionele functies voor
coördinatengegevens
Coördinaten gerelateerd aan de machine
programmeren M91/M92
Nulpunt meetliniaal
Op de meetliniaal legt één referentiemerk de positie van het nulpunt
op de meetliniaal vast.
Machinenulpunt
Het machinenulpunt wordt gebruikt om:
het begrenzen van verplaatsingen (software-eindschakelaars) vast
te leggen;
machinevaste posities (b.v. positie gereedschapswissel) te
benaderen;
het referentiepunt van het werkstuk vast te leggen.
HEIDENHAIN TNC 426
Werking
Einde regel
Einde regel
Begin regel
Begin regel
Einde regel
Einde regel
Begin regel
Einde regel
Begin regel
Begin regel
Einde regel
X
MP
X (Z,Y)
117