BEWERKINGSVLAK (cyclus 19)
De functies voor het zwenken van het bewerkingsvlak
worden door de machinefabrikant aan de TNC en de
machine aangepast. Bij bepaalde zwenkkoppen (zwenk-
tafels) legt de machinefabrikant vast of de, in de cyclus
geprogrammeerde, hoeken door de TNC als coördinaten
van de rotatie-assen of als ruimtelijke hoeken geïnter-
preteerd worden. Raadpleeg het machinehandboek.
Het zwenken van het bewerkingsvlak geschiedt altijd om
het actieve nulpunt.
Basisprincipes zie „2.5 Bewerkingsvlak zwenken": lees
dit gedeelte volledig door!
Werking
In cyclus 19 wordt de positie van het bewerkingsvlak door de ingave
van zwenkhoeken gedefinieerd. Ingegeven hoeken beschrijven of
direct de positie van de zwenkassen (zie afbeelding rechtsboven) of
de hoekcomponenten van een ruimtelijke vector (afhankelijk van de
machine, zie afbeelding rechts in het midden).
Wanneer de hoekcomponenten van de ruimtelijke vector
geprogrammeerd zijn, berekent de TNC de hoekpositie van de
zwenkassen automatisch. De positie van de ruimtelijke vector - dus
de positie van de spilas - berekent de TNC door rotatie om het
machinevaste coördinatensysteem. De volgorde van de rotaties
voor de berekening van de ruimtelijke vector staat vast: eerst
roteert de TNC de A-as, vervolgens de B-as en als laatste de C-as.
Cyclus 19 werkt vanaf de definitie in het programma. Zodra een as
in het gezwenkte systeem wordt verplaatst, werkt de correctie voor
deze as. Wanneer de correctie in alle assen moet worden
verrekend, dan moeten alle assen verplaatst worden.
Indien de functie ZWENKEN PROGRAMMA-AFLOOP in de
werkstand HANDBEDIENING op ACTIEF gezet is (zie „2.5
Bewerkingsvlak zwenken") wordt de in dit menu geregistreerde
hoekwaarde van cyclus 19 BEWERKINGSVLAK overschreven.
ROTATIE-AS EN -HOEK: gezwenkte rotatie-as met
daarbijbehorende rotatiehoek; de rotatie-assen A, B en
C via softkeys programmeren.
Terugzetten
Om de zwenkhoek terug te zetten, cyclus BEWERKINGSVLAK
opnieuw definiëren en voor alle rotatie-assen 0° ingeven. Aan-
sluitend cyclus BEWERKINGSVLAK nogmaals definiëren en de
dialoogvraag met de toets „NO ENT" bevestigen. Daardoor wordt
de functie inactief.
200
8 Programmeren: cycli