AANTAL BEWERKINGEN Q241: aantal bewerkingen
op de steekcirkel.
VEILIGHEIDSAFSTAND Q200 (incrementeel): afstand
tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak;
waarde positief ingeven.
COÖRD. WERKSTUKOPPERVLAK Q203 (absoluut):
coördinaat werkstukoppervlak.
2
VEILIGHEIDSAFSTAND Q204 (incrementeel):
e
coördinaat spilas, waarbij een botsing tussen het
gereedschap en het werkstuk (spaninrichting)
uitgesloten is; waarde positief ingeven.
PUNTENPATROON OP LIJNEN (cyclus 221)
Let vóór het programmeren op het volgende:
Cyclus 221 is DEF-actief, dat wil zeggen cyclus 221 roept
de laatst gedefinieerde bewerkingscyclus op.
Wanneer één van de bewerkingscycli met de nummers
200 t/m 215 met cyclus 221 gecombineerd wordt, zijn de
VEILIGHEIDSAFSTAND, het werkstukoppervlak en de 2
VEILIGHEIDSAFSTAND uit cyclus 221 werkzaam.
1 De TNC positioneert het gereedschap automatisch van de actuele
positie naar het startpunt van de eerste bewerking.
Volgorde:
2
e
VEILIGHEIDSAFSTAND benaderen (spilas);
startpunt in het bewerkingsvlak benaderen;
naar VEILIGHEIDSAFSTAND boven het werkstukoppervlak
verplaatsen (spilas).
2 Vanaf deze positie voert de TNC de laatst gedefinieerde
bewerkingscyclus uit.
3 Aansluitend positioneert de TNC het gereedschap in positieve
richting van de hoofdas naar het startpunt van de volgende
bewerking; het gereedschap staat daarbij op
VEILIGHEIDSAFSTAND (of 2
4 Dit proces (1 t/m 3) herhaalt zich, totdat alle bewerkingen op de
eerste lijn zijn uitgevoerd; het gereedschap staat op het laatste
punt van de eerste lijn.
5 Vervolgens verplaatst de TNC het gereedschap naar het laatste
punt van de tweede lijn en voert daar de bewerking uit.
6 Van daaruit positioneert de TNC het gereedschap in negatieve
richting van de hoofdas naar het startpunt van de volgende
bewerking.
7 Dit proces (5-6) herhaalt zich, totdat alle bewerkingen van de
tweede lijn zijn uitgevoerd.
HEIDENHAIN TNC 426
VEILIGHEIDSAFSTAND).
e
Z
Y
e
X
163