6.6 Baanbewegingen –
vrije contourprogrammering FK
Basisprincipe
Productietekeningen, waarvan de maatvoering niet op NC is
afgestemd, hebben vaak coördinatengegevens, die niet via de grijze
dialoogtoetsen ingegeven kunnen worden. Zo kunnen b.v.
bekende coördinaten op het contourelement of in de buurt liggen;
coördinatengegevens zich aan een ander contourelement
relateren of
richtingsgegevens en gegevens over contourverloop bekend zijn.
Zulke gegevens worden direct in de vrije contourprogrammering FK
geprogrammeerd. De TNC berekent de contour uit de bekende
coördinatengegevens en ondersteunt de FK-programmeerdialoog
met de interactieve grafische programmeerweergave. De
afbeelding rechtsboven toont een maatvoering, die het eenvoudigst
via de FK-programmering ingegeven kan worden.
Grafische pgm.weergave van de FK-programmering
Met onvolledige coördinatengegevens kan een werkstukcontour
vaak niet duidelijk vastgelegd worden. In dit geval geeft de TNC de
verschillende mogelijkheden grafisch weer, waaruit de juiste oplos-
sing gekozen kan worden. Grafische weergave van de FK-program-
mering laat de werkstukcontour met verschillende kleuren zien:
wit
het contourelement is eenduidig bepaald
groen
met de ingegeven gegevens zijn meerdere
oplossingen mogelijk, kies de juiste uit
rood
de ingegeven gegevens leggen het contourelement
nog niet voldoende vast; geef verdere gegevens in.
Wanneer de gegevens tot meerdere oplossingen leiden en het
contourelement groen getoond wordt, dan moet de juiste contour
als volgt worden gekozen:
softkey SHOW net zo vaak indrukken, tot het juiste
contourelement getoond wordt;
het getoonde contourelement komt overeen met de
tekening:met softkey FSELECT vastleggen
De groen weergegeven contourelementen moeten zo vroeg
mogelijk met FSELECT vastgelegd worden om het aantal
verschillende oplossingen voor de volgende contourelementen te
reduceren.
102
6 Programmeren: contouren programmeren