Let vóór het programmeren op het volgende:
Met cyclus 30 kunnen digitaliseringsgegevens en PNT-
bestanden afgewerkt worden.
Bij het afwerken van PNT-bestanden, waarin geen
spilascoördinaat staat, volgt de freesdiepte uit het
geprogrammeerde MIN-punt van de spilas.
PGM NAME DIGITALISERINGSGEGEVENS: naam van
het bestand ingeven waarin de digitaliseringsgegevens
zijn opgeslagen. Als het bestand niet in de actuele dir.
staat, moet het volledige pad worden ingegeven.
MIN-PUNT BEREIK: minimale punt (X-, Y- en Z-coör-
dinaat) van het bereik waarin moet worden gefreesd.
MAX-PUNT BEREIK: maximale punt (X-, Y- en Z-coör-
dinaat) van het bereik waarin moet worden gefreesd.
VEILIGHEIDSAFSTAND
tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak bij
bewegingen in ijlgang.
DIEPTE-INSTELLING
trekking heeft op de verplaatsing van het gereedschap.
AANZET DIEPTEVERPLAATSING
snelheid van gereedschap bij het insteken in mm/min.
AANZET FREZEN
gereedschap bij het frezen in mm/min.
ADDITIONELE M-FUNCTIE: optionele mogelijkheid tot
het ingeven van een additionele M-functie, b.v. M112.
186
(incrementeel): afstand
(incrementeel): maat, die be-
: verplaatsings-
: verplaatsingssnelheid van het
Z
8 Programmeren: cycli
X