Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 426 Handleiding pagina 131

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 426:

Advertenties

De machinefabrikant geeft voor elke as de afstand tussen het
machinenulpunt en het nulpunt van de meetliniaal in een
machineparameter in.
Standaard instelling
Coördinaten relateert de TNC aan het nulpunt van het werkstuk (zie
„Vastleggen referentiepunt").
Instelling M91 – machinenulpunt
Wanneer de coördinaten in de positioneerregels zich aan het
machinenulpunt moeten relateren, geef dan in deze regels M91 in.
De TNC toont de coördinatenwaarden gerelateerd aan het
machinenulpunt. In de statusweergave wordt door U de
coördinaatweergave op REF (zie „1.4 Statusweergaven") gezet.
Instelling met M92 – machinereferentiepunt
Naast het machinenulpunt kan de machinefabrikant nog
een ander machinevaste positie (machinereferentiepunt)
vastleggen.
De machinefabrikant legt voor elke as de afstand tussen
het machinereferentiepunt en het machinenulpunt vast
(zie machinehandboek).
Wanneer de coördinaten in de positioneerregels zich aan het
machinereferentiepunt moeten relateren, geef dan in deze regels
M92 in.
Ook met M91 of M92 voert de TNC de radiuscorrectie
correct uit. Er wordt echter geen rekening gehouden met
de gereedschapslengte.
M91 en M92 werken niet bij gezwenkt bewerkingsvlak.
De TNC geeft in dit geval een foutmelding.
Werking
M91 en M92 werken alleen in de programmaregels, waarin M91 of
M92 is geprogrammeerd.
M91 en M92 werken vanaf het begin van de regel.
Referentiepunt van het werkstuk
Wanneer coördinaten zich altijd aan het machinenulpunt moeten
relateren, dan kan het „referentiepunt vastleggen" voor één of
meerdere assen geblokkeerd worden; zie machineparameter 7295.
Wanneer het „referentiepunt vastleggen" voor alle assen
geblokkeerd wordt, dan wordt de softkey DATUM SET in de
werkstand HANDBEDIENING niet meer getoond.
De afbeelding rechts toont coördinatensystemen met machine- en
werkstuknulpunt.
118
Z
Z
Y
Y
M
7 Programmeren: additionele functies
X
X

Advertenties

loading