9.5 Nestingen
Onderprogramma's en herhaling van programmadelen kunnen als
volgt in elkaar geschoven worden:
onderprogramma's in het onderprogramma;
herhaling van pgm.delen in een herhaling van een pgm.deel;
onderprogramma's herhalen;
herhalingen van een programmadeel in een onderprogramma.
Nesting-diepte
De nesting-diepte legt vast, hoe vaak programmadelen of
onderprogramma's, andere onderprogramma's of herhaling van
programmadelen mogen bevatten.
Maximale nesting-diepte voor onderprogramma's: 8
Maximale nesting-diepte voor hoofdprogramma-oproepen: 4
Herhaling van programmadelen kunnen willekeurig vaak in elkaar
geschoven worden.
Onderprogramma in een onderprogramma
NC-voorbeeldregels
BEGIN PGM UPGMS MM
...
17
CALL LBL 1
...
35
L Z+1
R
FMAX M2
36
LBL 1
...
39
CALL LBL 2
. . .
45
LBL
46
LBL 2
...
62
LBL
6 3
E N D
P G M
U P G M S
HEIDENHAIN TNC 426
M M
Onderprogramma bij LBL1 wordt opgeroepen
Laatste programmaregel van het
hoofdprogramma (met M2)
Begin van onderprogramma 1
Onderprogramma bij LBL2 wordt opgeroepen
Einde van onderprogramma 1
Begin van onderprogramma 2
Einde van onderprogramma 2
211