8.7 Cycli voor coördinatenomrekening
Met coördinatenomrekeningen kan de TNC een eenmaal
geprogrammeerde contour op verschillende plaatsen van het
werkstuk met gewijzigde positie en grootte uitvoeren. De TNC
beschikt over onderstaande coördinatenomrekeningscycli:
Cyclus
7 NULPUNT
Contouren verschuiven direct in het programma of
vanuit nulpuntstabellen.
8 SPIEGELEN
Contouren spiegelen.
10 ROTATIE
Contouren in het bewerkingsvlak roteren.
11 MAATFACTOR
Contouren verkleinen of vergroten.
26 ASSPECIFIEKE MAATFACTOR
Contouren verkleinen of vergroten met
asspecifieke maatfactoren.
19 BEWERKINGSVLAK
Bewerkingen in gezwenkt coördinatensyst. uitvoeren
voor machines met zwenkkoppen en/of draaitafels.
Werking van de coördinatenomrekeningen
Begin van de werking: een coördinatenomrekening werkt vanaf haar
definitie – wordt dus niet opgeroepen. Zij werkt net zolang, totdat
ze teruggezet of opnieuw gedefinieerd wordt.
Coördinatenomrekening terugzetten:
cyclus met waarden voor de basisinstelling opnieuw definiëren,
b.v. maatfactor 1,0;
additionele functies M02, M30 of de regel END PGM uitvoeren
(afhankelijk van machineparameter 7300);
nieuw programma kiezen.
192
Softkey
8 Programmeren: cycli