10 PROGRAMMEREN: Q-PARAMETERS 219
10.1 Het principe en een functie-overzicht 220
10.2 Productfamilies – Q-parameters in plaats van getalwaarden 221
10.3 Contouren d.m.v. wiskundige functies beschrijven 222
10.4 Hoekfuncties (trigonometrie) 224
10.4 Hoekfuncties (trigonometrie) 224
10.5 Indien/dan-beslissingen met Q-parameters 225
10.6 Q-parameters controleren en veranderen 226
10.7 Additionele functies 227
10.8 Formule direct ingeven 232
10.9 Vooraf bezette Q-parameters 235
10.10 Programmeervoorbeelden 237
Voorbeeld: ellips 237
Voorbeeld: cilinder concaaf met radiusfrees 239
Voorbeeld: kogel convex met stiftfrees 241
11 PROGRAMMATEST EN PROGRAMMA-AFLOOP 243
11.1 Grafische weergaven 244
11.2 Functies voor programmaweergave voor de PROGRAMMA-AFLOOP/PROGRAMMATEST 249
11.3 Programmatest 249
11.4 Programma-afloop 251
11.5 Regels overslaan 256
12 3D-TASTSYSTEMEN 257
12.1 Tastcycli in de werkstanden HANDBEDIENING en EL. HANDWIEL 258
12.2 Referentiepunt vastleggen met 3D-tastsystemen 263
12.3 Werkstukken meten met 3D-tastsystemen 266
13 DIGITALISEREN 271
13.1 Digitaliseren met schakelend of metend tastsysteem (optie) 272
13.2 Digitaliseringscycli programmeren 273
13.3 Meandervormig digitaliseren 277
13.4 Hoogtelijnen digitaliseren 279
13.5 Regel voor regel digitaliseren 281
13.6 Digitaliseren met rotatie-assen 283
13.7 Digitaliseringsgegevens in een bewerkings-programma toepassen 285
HEIDENHAIN TNC 426
IX