Toewijzing
Met deze functie wordt vastgelegd, waarnaar gegevensoverdracht
vanuit de TNC moet plaatsvinden.
Toepassingen:
• waarden met de Q-parameterfunctie FN15 uitgeven;
• waarden met de Q-parameterfunctie FN16 uitgeven;
• pad op de harde schijf van de TNC waarin de
digitaliseringsgegevens worden opgeslagen.
Afhankelijk van de TNC-werkstand, wordt of de functie PRINT of
PRINTTEST gebruikt:
TNC-werkstand
PGM-AFLOOP REGEL VOOR REGEL
AUTOMATISCHE PGM-AFLOOP
PROGRAMMATEST
PRINT en PRINTTEST worden als volgt ingesteld:
Functie
Gegevens met FN15/FN16 via RS-232 uitgeven
Gegevens met FN15/FN16 via RS-422 uitgeven
Gegevens op de harde schijf van de TNC opslaan
Gegevens in de directory opslaan, waarin het
programma met FN15/FN16 resp. met de
digitaliseringscycli staat
Bestandsnaam:
Gegeven
Werkstand
Digitaliseringsdata PGM-AFLOOP
Waarden met FN15 PGM-AFLOOP
Waarden met FN15 PROGRAMMATEST
Waarden met FN16 PGM-AFLOOP
Waarden met FN16 PROGRAMMATEST
HEIDENHAIN TNC 426
Overdrachtsfunctie
PRINT
PRINT
PRINTTEST
Pad
RS232:\....
RS422:\....
TNC:\....
- leeg -
Bestandsnaam
Vastgelegd in cyclus
BEREIK
%FN15RUN.A
%FN15SIM.A
%FN16RUN.A
%FN16SIM.A
291