348
SERVICE EN ONDERHOUD
Voetnoten - Onderhoudsschema
Aanvullend onderhoud - Intensief
(1) Of iedere vier jaar, wat zich het
eerste voordoet. Controleer bij ritten
in stoffige omstandigheden het filter
bij elke olieverversing of zo nodig
vaker. Zie Motorluchtfilter 0 271.
(2) Of iedere twee jaar, wat zich het
eerste voordoet. Het pollenfilter moet
mogelijk vaker worden vervangen bij
ritten in gebieden met een druk
verkeer, slechte luchtkwaliteit, hoge
stofconcentraties of milieu-allergenen.
Het pollenfilter moet mogelijk ook
worden vervangen bij een beperkte
luchtstroom, beslagen ruiten of
hinderlijke geuren. De GM-dealer kan
u vertellen wanneer het filter aan
vervanging toe is.
(3) Of zoals aangegeven op het Driver
Information Center (DIC) dan wel na
twee jaar, wat zich het eerste
voordoet. Het brandstoffilter moet
wellicht vaker worden vervangen,
afhankelijk van het biodieselgebruik,
rijden in zeer stoffige omgevingen of
in terrein of het trekken van een
aanhanger gedurende langere
periodes.
(4) Controleer visueel of alle brand-
stof- en ventilatieleidingen/-slangen
goed zijn aangesloten, niet bekneld
zitten en in goede staat verkeren.
(5) Richt de straal niet rechtstreeks op
de verdeelbak en/of de afdichtingen
van de voor-/achteras. Water onder
hoge druk kan langs de afdichtingen
dringen en de olie in de tussenbak
vervuilen. Verontreinigde vloeistof
verkort de levensduur van de
tussenbos en/of assen en moet worden
ververst.
(6) Of iedere vijf jaar, wat zich het
eerste voordoet. Zie Koelsysteem 0 272.
(7) Of iedere 10 jaar, wat zich het
eerste voordoet. Controleer op zwakke
plekken, scheuren of beschadigingen;
vervang indien nodig.
(8) Ververs de remvloeistof om de
twee jaar. Zie Remvloeistof 0 279.
(9) Of elke 12 maanden, wat zich het
eerste voordoet. Zie Wisserblad
vervangen 0 282.
(10) Of iedere 10 jaar, wat zich het
eerste voordoet. Zie Gasveerbe(e)n(en)
0 284.
(11) Vervang het droogmiddel van de
airconditioning elk 7 jaar.