258
RIJDEN EN BEDIENEN
Monteer nooit gehuurde trekhaken of
andere trekhaken met bumpermon-
tage. Gebruik alleen trekhaken die aan
het chassis zijn gemonteerd en niet
aan de bumper.
Trekhaakafdekking
Verwijderen van de trekhaakafdekking,
indien aanwezig:
1. Verwijder de twee schroeven in
de onderste lippen.
2. Trek de onderrand van de afdek-
king los onder een hoek van ca.
45 graden.
3. Trek de afdekking omlaag om de
bovenste bevestigingen los te
maken.
Het opnieuw bevestigen van de
trekhaakafdekking:
1. Houd de afdekking onder een
hoek van 45 graden ten opzichte
van de auto vast en duw de
bovenste lippen in de sleuven
van de bumper.
2. Duw de onderzijde van de afdek-
king naar voren, tot de onderste
lippen op de onderste sleuven
vallen.
3. Klik de trekhaakafdekking op zijn
plek door de bovenste hoeken
naar voren te duwen.
4. Monteer de twee schroeven in de
onderste lippen.
Overweeg voor elke aanhanger het
gebruik van mechanische stabilisator-
stangen. Vraag een aanhangerspecia-
list naar stabilisatorstangen of
raadpleeg de aanbevelingen en
instructies van de aanhangerfabrikant.
Banden
Trek geen aanhanger als er een
noodreservewiel op de auto is
gemonteerd.
De banden moeten de juiste
spanning hebben om de lading bij
het trekken van de aanhanger te
kunnen dragen. Zie Banden 0 294
voor de instructies over de juiste
bandenspanning.
Veiligheidskettingen
Bevestig steeds kettingen tussen de
auto en de aanhanger en hang de
kettingen aan de gaten in het vaste
gedeelte van de trekhaak. Instructies
over veiligheidskettingen zijn beschik-
baar bij de trekhaakfabrikant of de
fabrikant van de aanhanger.
Bevestig de veiligheidskettingen kruis-
lings onder de dissel van de aanhanger
om te voorkomen dat de dissel in
aanraking komt met de weg wanneer
hij losschiet van de trekhaak. Zorg dat
de kettingen voldoende slap hangen,
opdat de combinatie kan draaien. Laat
de veiligheidskettingen nooit over de
grond slepen.