232
RIJDEN EN BEDIENEN
Waarschuwing
(Vervolg)
normale snelheidsbereik en reageert
alleen op voertuigen die het
systeem detecteert.
Wat AEB eventueel niet doet:
Een voorligger op kronkelende
of heuvelachtige wegen detec-
teren.
Alle voertuigen detecteren, in
het bijzonder voertuigen met
een aanhanger, tractoren,
modderige voertuigen e.d.
Een voertuig detecteren bij
slecht zicht door bijvoorbeeld
mist, regen of sneeuw.
Een voorligger detecteren die
gedeeltelijk schuilgaat achter
voetgangers of andere
obstakels.
Blijf tijdens het rijden altijd oplet-
tend en zorg dat u altijd tijdig kunt
reageren om de remmen te
Waarschuwing
(Vervolg)
bedienen en/of een uitwijkma-
noeuvre uit te voeren om een
botsing te voorkomen.
In een poging een mogelijke botsing te
vermijden kan AEB de auto geheel tot
stilstand brengen. In het gegeven geval
kan AEB de elektrische handrem (EPB)
activeren om de auto te blokkeren.
Los de EPM of trap het gaspedaal
resoluut in.
Waarschuwing
AEB kan de auto plotseling automa-
tisch remmen in situaties waar dit
onverwacht of ongewenst is. Het
kan reageren op een voorligger die
van rijbaan wisselt, vangrails,
borden en andere niet-bewegende
objecten. In veilige situaties kunt u
AEB negeren door het gaspedaal
krachtig in te trappen.
Intelligente remassistentie (IBA)
IBA kan gaan werken bij het snel
intrappen van het rempedaal door een
rembekrachtiging op basis van de
naderingssnelheid en de afstand tot
een voorligger.
Hierbij zijn geringe rempedaaltril-
lingen en -bewegingen normaal en u
moet het rempedaal mogelijk iets
intrappen. IBA wordt alleen automa-
tisch gedeactiveerd, wanneer u het
rempedaal loslaat.
Waarschuwing
IBA kan de auto soms onnodig
krachtig afremmen. U kunt de
verkeersstroom belemmeren. Haal
in deze situatie uw voet van het
rempedaal en rem vervolgens naar
behoefte af.
FCA en AEB kunnen ook een fietser
als voorligger detecteren. FCA toont
een groen
symbool als een fietser
voor de auto wordt gedetecteerd en dit
symbool wordt geel als u de fietser
veel te kort volgt. Als u een voorlig-