Om de rijsnelheid met kleine
stappen te verhogen of verlagen,
beweegt u het kartelwiel kort
omlaag naar SET of omhoog naar
+RES. Bij elke knopdruk verandert
de maximumsnelheid met 1 km/h
(1 mph).
Instelbare cruise control
Indien voorzien van adaptieve cruise-
control (ACC) kunt u de ingestelde
cruise-snelheid en de volgafstand
selecteren. Lees dit volledige hoofd-
stuk voordat u dit systeem gebruikt.
De volgafstand is de volgtijd tussen
uw auto en een rechtstreekse
voorligger in dezelfde richting. Als er
geen auto op uw traject wordt
gedetecteerd, werkt ACC als een
gewone cruisecontrol. ACC maakt
gebruik van een camera en radarsen-
soren.
Bij detectie van een voertuig op uw
traject kan ACC voor het aanhouden
van de geselecteerde volgafstand
accelereren of iets afremmen. Trap op
de rem om ACC te deactiveren. Als
ACC uw rijsnelheid regelt terwijl het
tractieregelsysteem (TCS) of Stabili-
Trak/elektronische stabiliteitsregeling
(ESC) ingrijpt, dan wordt de ACC
mogelijk automatisch uitgeschakeld.
Zie Tractieregeling/Elektronische stabili-
teitsregeling (ESC) 0 201. Als het
wegdek het veilige gebruik van ACC
toelaat, kan de ACC weer worden
ingeschakeld.
ACC wordt niet geactiveerd als u TCS
of StabiliTrak/ESC uitschakelt.
Waarschuwing
ACC kan de auto maar iets
afremmen en heeft wellicht onvol-
doende tijd voor het zodanig
afremmen van de auto dat een
botsing met uw voorligger wordt
vermeden. Dit kan gebeuren
wanneer voorliggers plotseling
vertragen of stoppen of op uw rijst-
rook komen. Zie ook "Bestuurder
waarschuwen" in dit hoofdstuk.
Onderweg is uw volledige aandacht
vereist en moet u gereed zijn voor
handelend optreden en het
intrappen van het rempedaal. Zie
Defensief rijden 0 160.
RIJDEN EN BEDIENEN
Waarschuwing
ACC kan geen kinderen, voetgan-
gers, dieren of andere obstakels
detecteren en er evenmin voor
remmen.
Gebruik ACC niet in de volgende
gevallen:
Op kronkelende en heuvelach-
tige wegen of wanneer de
sensoren door sneeuw, ijs of
vuil zijn afgedekt. Het
systeem detecteert een
voorligger mogelijk niet. Houd
de gehele voorkant van de
auto schoon.
Bij een beperkt zicht zoals bij
mist, regen of sneeuwval. Er
gelden in dergelijke omstan-
digheden beperkingen voor de
werking van ACC.
Op gladde wegen waarop
snelle tractieveranderingen de
wielen overmatig doen
slippen.
209