: Trek de ruitenwisserhendel
naar u toe om sproeiervloeistof op de
voorruit te sproeien en de wissers in
te schakelen. De ruitenwissers blijven
wissen totdat de hendel wordt losge-
laten of totdat de maximale sproeitijd
is bereikt. Als de ruitenwisserhendel
wordt losgelaten, kunnen de wissers
nog even doorgaan, afhankelijk van
hoe lang de ruitensproeier is geacti-
veerd. Zie Sproeiervloeistof 0 277 voor
informatie over het vullen van het
sproeiervloeistofreservoir voor de
voorruit.
{
Waarschuwing
Gebruik de ruitensproeier bij vorst
niet totdat de voorruit verwarmd is.
Anders kan de sproeiervloeistof op
de voorruit bevriezen en uw zicht
belemmeren.
{
Waarschuwing
Voordat u wegrijdt, moet u steeds
de sneeuw en het ijs van de
motorkap, voorruit, dak en achter-
kant verwijderen inclusief alle
lampen en ruiten. Een verminderd
zicht door sneeuw- en ijsafzettingen
kan tot een ongeval leiden.
Verwijder sneeuw en ijs van de ruiten-
wisserbladen en de voorruit voordat u
de wissers gebruikt. Vastgevroren
ruitenwisserbladen voorzichtig
losmaken of ontdooien. Beschadigde
wisserbladen moeten worden
vervangen. Zie Wisserblad vervangen
0 282.
Bij veel sneeuw of ijs kan de ruiten-
wissermotor overbelast raken. Zie
Overbelasting elektrisch systeem 0 287.
Parkeren van de ruitenwisser
Als het contact wordt uitgeschakeld
terwijl de wissers in stand LO, HI, of
AUTO staan terwijl Rainsense is uitge-
schakeld, zullen ze direct stoppen.
INSTRUMENTEN EN KNOPPEN
Als de ruitenwisserhendel vervolgens
binnen 10 minuten, of voordat het
bestuurdersportier is geopend, in
stand OFF wordt gezet, zullen de
wissers opnieuw starten en naar de
onderkant van de voorruit bewegen.
Als het contact wordt uitgeschakeld
terwijl de wissers bezig zijn om de
voorruit te wassen of omdat ze door
Rainsense zijn geactiveerd, zullen de
wissers doorgaan tot ze de onderkant
van de voorruit hebben bereikt.
Rainsense
Indien Rainsense wordt ingeschakeld,
detecteert een sensor boven in het
midden van de voorruit de hoeveel-
heid water op de voorruit en regelt
deze de frequentie van de voorrui-
twisser op basis van de momenteel
ingestelde gevoeligheid.
Houd dit gedeelte van de voorruit
schoon om het systeem optimaal te
laten functioneren.
AUTO : Beweeg de voorruitwisser-
hendel naar AUTO. Draai aan de ring
op de wisserhendel om de gevoelig-
heid aan te passen.
103