214
RIJDEN EN BEDIENEN
Zonder head-updisplay
Bij activering van de ACC moet u
mogelijk zelf actief ingrijpen, als blijkt
dat de ACC onvoldoende kan remmen
omdat u een voorligger te snel nadert.
Als deze situatie zich voordoet,
knipperen zes rode lampjes of de
waarschuwing voor een aanrijding van
het HUD (indien aanwezig) op de
voorruit. Er komen ofwel acht geluids-
signalen van voren of beide zijden van
de Safety Alert Seat trillen vijfmaal.
Zie Aanrijdings-/Detectiesystemen
onder Persoonlijke instellingen 0 135.
Zie Defensief rijden 0 160.
Een auto naderen en volgen
Het voorliggerlampje staat op de
instrumentengroep en het HUD.
Het voorliggerlampje verschijnt alleen
als er op het traject van uw auto een
voorligger in deze rijrichting wordt
waargenomen.
Als dit symbool niet verschijnt, zal
ACC niet op voorliggers reageren en
niet afremmen.
ACC vertraagt de auto automatisch en
past de rijsnelheid aan op het volgen
van de voorligger met de geselecteerde
volgafstand. De rijsnelheid wordt
verhoogd of verlaagd om uw voorligger
te volgen, maar is niet hoger dan de
ingestelde snelheid. Zo nodig remt het
systeem de auto iets af. Bij een actief
remsysteem gaan de remlichten
branden. Het automatisch kan anders
aanvoelen of klinken dan bij het
handmatig activeren van het remsys-
teem. Dit is normaal.
Stilstaande of zeer langzaam
bewegende objecten
Waarschuwing
ACC zal gestopte of langzaam
rijdende voorliggers wellicht niet
detecteren en zal dan niet
afremmen. Zo remt het systeem
wellicht niet af voor een auto die
het nooit in beweging heeft waarge-
nomen. Dit kan gebeuren bij
langzaam rijdend en stilstaand
verkeer of wanneer er een voorligger
plotseling op uw rijbaan komt. Uw
auto stopt wellicht niet en kan een
botsing veroorzaken. Gebruik ACC
met het nodige voorbehoud.
Onderweg is uw volledige aandacht
vereist en moet u gereed zijn voor
handelend optreden en het
intrappen van het rempedaal.