296
VERZORGING VAN DE AUTO
Zomerbanden
Deze auto is eventueel uitgerust met
235/55R18 of 245/45R20 high perfor-
mance zomerbanden. Het profiel en
rubbersamenstelling van deze banden
zijn afgestemd op optimale prestaties
op een droog of nat wegdek. Dit
speciale profiel en deze rubbersamen-
stelling gaan ten koste van de presta-
ties bij koud weer en op ijs en sneeuw.
Als de verwachting bestaat dat u
regelmatig bij temperaturen onder
circa 5 °C (40 °F) of op beijzelde of
besneeuwde wegen rijdt, wordt geadvi-
seerd om winterbanden te monteren.
Zie Winterbanden 0 295.
Voorzichtig
High performance zomerbanden
hebben een rubbersamenstelling die
bij een temperatuur van -7 °C
(20 °F) of lager zijn flexibiliteit
verliest, waardoor er scheuren aan
de oppervlakte van het profiel
kunnen ontstaan. Sla high perfor-
mance zomerbanden altijd binnen
Voorzichtig
(Vervolg)
op bij een temperatuur van -7 °C
(20 °F) of hoger, wanneer u ze niet
gebruikt. Als de banden aan -7 °C
(20 °F) of lager zijn blootgesteld,
warm ze dan 24 uur of langer op in
een verwarmde ruimte van ten
minste 5 °C (40 °F) voordat u ze
monteert of met een auto rijdt
waarop ze zijn gemonteerd.
Verwarm de banden niet en blaas
geen verwarmde lucht direct op de
banden. Inspecteer banden altijd
voor gebruik. Zie Banden controleren
0 303.
Bandenspanning
Voor een optimale werking
moeten de banden op de juiste
spanning zijn gebracht.
Waarschuwing
Zowel een te lage als te hoge
bandenspanning is onwenselijk.
Een te lage bandenspanning kan
leiden tot:
Overbelasting en overver-
hitting van de band, met
een klapband tot gevolg.
Voortijdige of onregelma-
tige slijtage.
Slecht rijgedrag.
Hoger brandstofverbruik.
Een te hoge bandenspanning
kan leiden tot:
Abnormale slijtage.
Slecht rijgedrag.
Stug rijgedrag.
Onnodige schade vanwege
slecht wegdek.