Waarschuwingslampje veilig-
heidsgordel passagier
De auto heeft eventueel een waarschu-
wingslamp voor de passagiersgordel.
Zie Airbag in/uitgeschakeld, lampje
0 116.
Wanneer de auto wordt gestart,
knippert dit lampje en kan er een
geluidssignaal klinken om de passa-
giers eraan te herinneren hun veilig-
heidsgordel te dragen. Het lampje
blijft vervolgens branden totdat de
gordel is omgedaan. Deze cyclus wordt
herhaald als de passagier de gordel
niet omdoet of deze afdoet terwijl het
voertuig in beweging is.
Als de veiligheidsgordel van de passa-
gier vastgegespt is, hoort u geen
geluid en zal er geen lampje branden.
Het verklikkerlampje en geluidssignaal
van de veiligheidsgordel voor de
passagier voorin kunnen worden
ingeschakeld wanneer er een voorwerp
op de stoel wordt geplaatst, zoals een
aktetas, handtas, boodschappentas,
laptop of een ander elektronisch
toestel. Als u het verklikkerlichtje en/
of het geluidsignaal wilt uitschakelen,
moet u het voorwerp van de stoel
verwijderen of de veiligheidsgordel
bevestigen.
Waarschuwingslampje veilig-
heidsgordel achterpassagier
De auto heeft eventueel een waarschu-
wingslamp voor de achterpassagiers-
gordel.
Nadat u de auto hebt start, blijft dit
lampje branden ter herinnering dat de
passagiers hun gordel moeten
omdoen. Daarna blijft het lampje aan
of het knippert met een geluidssignaal
INSTRUMENTEN EN KNOPPEN
totdat de gordel wordt vastgeklikt.
Deze cyclus duurt een bepaalde tijd
als de passagier de gordel niet omdoet
of deze afdoet terwijl het voertuig in
beweging is. Als de veiligheidsgordel
van de passagier vastgegespt is, hoort
u geen geluid en zal er geen lampje
branden.
Controlelampje airbag
gereed
Deze lamp wijst op een elektrische
storing in het airbagsysteem. De
systeemcontrole omvat de airbagsen-
sor(en), de gordelspanners, de airbag-
modules, de bekabeling en de
crashsensor- en diagnosemodule. Zie
Airbagsysteem 0 65 voor meer infor-
matie over het airbagsysteem.
115