114
INSTRUMENTEN EN KNOPPEN
Hieronder worden vier zaken toege-
licht waarover soms vragen worden
gesteld. Geen van deze zaken duidt op
een probleem met de brandstofmeter:
In het tankstation stopt de brand-
stofpomp voordat de meter op
vol staat.
Er moet iets meer of minder
brandstof worden bijgevuld dan de
meter aangaf. Bijvoorbeeld geeft de
meter aan dat de tank halfvol was,
maar voor voltanken was iets meer
of minder dan de tankinhoud
nodig.
De meter beweegt een stukje bij
het nemen van een bocht en
accelereren.
Het duurt enkele seconden voordat
de meter zich heeft gestabiliseerd
nadat het contact is aangezet, en
geeft weer leeg aan wanneer het
contact is afgezet.
Motorkoelvloeistofthermo-
meter
Deze meter meet de temperatuur van
de automotor.
Als de rode LED oplicht terwijl u
onder normale omstandigheden rijdt,
is de motor te warm. Verlaat de weg
zo spoedig mogelijk om de auto tot
stilstand te brengen en de motor af te
zetten.
Veiligheidsgordelver-
klikkers
Waarschuwingslampje veilig-
heidsgordel bestuurder
De instrumentengroep bevat een
herinneringslampje voor de veilig-
heidsgordel van de bestuurder.
Wanneer de auto wordt gestart,
knippert dit lampje en kan er een
geluidssignaal klinken om de
bestuurder eraan te herinneren zijn
veiligheidsgordel te dragen. Het lampje
blijft vervolgens branden totdat de
gordel is omgedaan. Deze cyclus wordt
herhaald als de bestuurder de gordel
niet omdoet of deze afdoet terwijl de
auto in beweging is.
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder vastgegespt is, hoort u
geen geluid en zal er geen lampje
branden.