304
VERZORGING VAN DE AUTO
Banden rouleren
De banden moeten worden gerou-
leerd met de intervallen die in het
onderhoudsschema staan aange-
geven. Zie Onderhoudsschema
0 343.
Banden worden gerouleerd om
ervoor te zorgen dat de banden
gelijkmatig slijten. De eerste keer
rouleren is de belangrijkste.
Wanneer u een abnormale slijtage
vaststelt, rouleer de banden dan
zo spoedig mogelijk, kijk of de
bandenspanning correct is en
controleer de banden of velgen op
beschadigingen. Gaat de abnor-
male slijtage na het rouleren door,
laat dan de wieluitlijning contro-
leren. Zie Wanneer het tijd is voor
nieuwe banden 0 305 en
Wiel vervangen 0 308.
Gebruik dit rouleerschema om de
banden te rouleren.
Het compacte reservewiel mag
niet met de andere banden worden
geroteerd.
Nadat de banden zijn gerouleerd,
moet u de bandenspanning van de
voor- en achterbanden aanpassen,
dit volgens de aanbevolen banden-
spanning op het informatielabel
voor banden en laadvermogen. Zie
Bandenspanning 0 296 en
Maximum laadvermogen auto
0 171.
Reset het bandenspanningscontro-
lesysteem. Zie Bediening banden-
spanningscontrole 0 299.
Controleer of alle wielmoeren
correct zijn vastgedraaid. Zie
Aanhaalmoment wielmoeren
onder Hoeveelheden en specificaties
0 353.
Waarschuwing
Roest of vuil op een wiel of op
delen waaraan het bevestigd is,
kan ervoor zorgen dat
wielmoeren na verloop van tijd
losraken. Het wiel kan
losschieten en een botsing
veroorzaken. Wanneer u een
wiel vervangt, verwijdert u
eventuele roest of vuil van
plaatsen waar het wiel contact
maakt met de auto. In een
noodgeval kan een doek of
stukje keukenrol worden
gebruikt, maar gebruik dan later