334
VERZORGING VAN DE AUTO
Ruitensproeiervloeistof of andere
reinigingsmiddelen in hogere
concentratie dan zoals aangegeven
door de fabrikant.
Oplosmiddelen, alcohol, brandstof
of andere aantasting veroorza-
kende reinigingsmiddelen.
IJsschrapers of andere harde
voorwerpen.
Uiterlijk van lampglas of verlich-
ting terwijl de lamp aan is, na
overmatige warmteontwikkeling.
Voorzichtig
Als de lampen niet afdoende
worden gereinigd, wordt de
eventueel zo ontstane schade aan
het lampglas niet gedekt door de
voertuiggarantie.
Voorzichtig
Het gebruik van was op matglan-
zende zwarte plakstrepen kan het
glanseffect verhogen, zodat een
onregelmatige afwerking wordt
verkregen. Reinig matglanzende
plakstrepen uitsluitend met water
en zeep.
Luchtinlaten
Verwijder rommel uit het luchtinlaat-
rooster tussen de motorkap en de
voorruit terwijl u de auto wast.
Voorruit en ruitenwisserbladen
Reinig de buitenkant van de voorruit
met een ruitenreiniger.
Reinig rubberen wisserbladen met een
pluisvrije doek of een papieren doek,
doordrenkt met sproeiervloeistof of
een mild reinigingsmiddel. Was de
voorruit grondig wanneer de ruiten-
wisserbladen worden gereinigd.
Insecten, wegenvuil, plantensap en
een opeenhoping van autowas/wasbe-
handelingen kan ook zorgen voor
streepvorming van de ruitenwisser.
Vervang de ruitenwisserbladen
wanneer ze versleten of beschadigd
zijn. Onder omstandigheden met
extreem veel stof, zand, zout, hitte,
zon, sneeuw en ijs kan schade
ontstaan.
Afdichtrubbers
Breng rubbersmeermiddel aan op de
afdichtrubbers, zodat ze langer
meegaan, beter afdichten en niet
plakken of piepen. Smeer afdichtrub-
bers minstens eenmaal per jaar. In een
heet, droog klimaat moet dit mogelijk
vaker gebeuren. Zwarte sporen van het
rubbermateriaal op gelakte opper-
vlakken kunnen met een schone doek
worden verwijderd. Zie Aanbevolen
vloeistoffen en smeermiddelen 0 349.
Banden
Gebruik een harde borstel met
bandenreinigingsmiddel om de banden
schoon te maken.