24
SLEUTELS, PORTIEREN EN RUITEN
Voorzichtig
Bij handmatig open of dicht
forceren van de achterklep tijdens
een elektrisch bediende cyclus kan
de auto beschadigd raken. Laat de
elektrisch bediende cyclus
voltooien.
De elektrisch bediende achterklep
werkt bij extreem lage temperaturen
of bij herhaald in- en uitschakelen
binnen korte tijd wellicht niet. In dat
geval kan de klep nog wel handmatig
bediend worden.
Als de auto uit P (parkeerstand) wordt
geschakeld terwijl de elektrische
functie wordt uitgevoerd, maakt de
achterklep de in gang gezette
beweging nog af. Bij het optrekken
voordat de achterklep de beweging
heeft afgemaakt, kan de achterklep
stoppen of in tegengestelde richting
bewegen. Kijk of er berichten op het
Driver Information Center verschijnen
en zorg dat de achterklep vóór vertrek
gesloten en vergrendeld is.
Detectie vallende achterklep
Als de elektrisch bediende achterklep
na een elektrisch bediende openings-
cyclus sluit, geeft dit aan dat het
systeem reageert op overmatig
gewicht op de achterklep of een
mogelijk defect in de steunveer. Er
klinkt een herhalend geluid wanneer
de detectiefunctie voor een vallende
achterklep actief is. Verwijder
eventueel overmatig gewicht. Als de
achterklep na het openen nog steeds
automatisch sluit, laat dan de
elektrisch bediende nakijken voordat u
deze weer gebruikt.
In de weg staan van de beweging van
de elektrisch bediende achterklep of te
snel handmatig sluiten van de achter-
klep na elektrisch bediend openen kan
op een defecte steunveer lijken. Dit
kan ook de functie Detectie vallende
achterklep activeren. Laat de achter-
klep de handeling voltooien en wacht
enkele seconden voordat u de achter-
klep handmatig sluit.
Functies voor obstakeldetectie
Als de achterklep een obstakel
waarneemt tijdens het elektrisch
openen of sluiten, zal de achterklep
automatisch teruggaan in de andere
richting en iets van het obstakel af
bewegen. Na verwijdering van het
obstakel kan de elektrische achterklep
weer gebruikt worden. Als de achter-
klep meerdere obstakels waarneemt
tijdens dezelfde elektrische cyclus, zal
de elektrische bediening gedeactiveerd
worden. Sluit de achterklep na het
verwijderen van het obstakel met de
hand. Hierdoor werken de normale
elektrisch bediende functies weer.
Als de auto wordt vergrendeld terwijl
de achterklep sluit en er een obstakel
is dat het volledig sluiten van de
achterklep in de weg staat, klinkt de
claxon bij wijze van waarschuwing dat
de achterklep niet gesloten is.
Aan de zijkanten van de achterklep
bevinden zich inklemsensoren. Als een
voorwerp tussen de laadklep en de
auto terechtkomt en tegen een sensor
drukt, verandert de laadklep van
richting om volledig te openen. De