280
VERZORGING VAN DE AUTO
Waarschuwing
(Vervolg)
digd raken. U mag pas remvloeistof
bijvullen als de werkzaamheden aan
de hydrauliek zijn voltooid.
Wanneer het lage remvloeistofpeil
wordt bereikt, gaat het waarschu-
wingslampje voor de remmen branden.
Zie Waarschuwingslampje remsysteem
0 119.
Remvloeistof neemt mettertijd water
op en werkt daardoor minder goed.
Ververs de remvloeistof met de gespe-
cificeerde intervallen om te
voorkomen dat de remweg langer
wordt. Zie Onderhoudsschema 0 343.
Wat toe te voegen?
Gebruik uitsluitend door GM goedge-
keurde DOT 3-remvloeistof uit een
schone en gesloten verpakking. Zie
Aanbevolen vloeistoffen en smeermid-
delen 0 349.
Waarschuwing
Gebruik van een verkeerd type
remvloeistof of verontreinigde
remvloeistof schade aan het remsys-
teem tot gevolg hebben. Dit ertoe
leiden dat de remwerking verloren
gaat, waarbij letsel niet uitgesloten
is. Gebruik altijd de door GM
voorgeschreven remvloeistof.
Voorzichtig
Indien remvloeistof op de gelakte
oppervlakken van de auto wordt
gemorst, kan de laklaag bescha-
digen. Spoel gelakte oppervlakken
onmiddellijk schoon.
Accu
De originele voertuigaccu is onder-
houdsvrij. Verwijder de dop niet en
vul geen vloeistof bij.
Raadpleeg het vervangingsnummer
dat op het label van de originele accu
staat aangegeven, indien een nieuwe
accu nodig is. Zie Overzicht motor-
ruimte 0 266 voor de locatie van
de accu.
Stop/Start-systeem
De auto heeft een Stop/Start-systeem
voor het uitschakelen van de motor
voor besparen van brandstof. Zie Stop/
Start-systeem 0 179.
De auto heeft een AGM-accu
(Absorbed Glass Mat) van 12 V. Bij
installatie van een standaard 12V-accu
gaat de 12V-accu korter mee.
Bij gebruik van een 12V-acculader op
de 12V AGM-accu hebben sommige
laders een instelling voor AGM-accu
op de lader. Indien deze AGM-instel-
ling beschikbaar is op de lader,
gebruik hem dan om de laadspanning
tot 14,8 volt te beperken. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het
oplaadapparaat.