220
RIJDEN EN BEDIENEN
Achteruitrijcamera (RVC)
Bij het inschakelen van R (Achteruit)
toont de RVC op het infotainmentdis-
play een beeld van het gebied achter
de auto. Het vorige scherm verschijnt
na een korte vertraging bij het
uitschakelen van R (achteruit). Om
eerder terug te gaan naar het vorige
scherm, drukt u op een knop op het
Infotainmentsysteem, schakelt u naar
P (parkeren) of gaat u rijden met een
snelheid van circa 12 km/h (8 mph).
1. Door de camera waargenomen
zicht
1. Door de camera waargenomen
zicht
2. Hoeken van de achterbumper
Op de camerabeelden kunnen obsta-
kels verder af of dichterbij lijken dan
ze in werkelijkheid zijn. Het weerge-
geven gebied is beperkt en obstakels
die zich dicht bij een bumperhoek of
onder de bumper bevinden, worden
niet weergegeven.
Er verschijnt mogelijk een gevaren-
driehoek op het infotainmentdisplay
om aan te geven dat de RPA een
obstakel heeft gedetecteerd. De kleur
van deze driehoek verandert van geel
in rood en wordt groter van afmeting
naarmate u het obstakel dichter
nadert.
Surround Vision
Indien aanwezig geeft het Surround
Vision een beeld van het gebied rond
de auto, samen met het beeld van de
voor- of achteruitrijcamera op het
infotainmentdisplay. De vooruitrijca-
mera zit in de grille of bij het voorste
embleem, de zijcamera's zitten in de
onderkant van de buitenspiegels en de
achteruitrijcamera zit boven de kente-
kenplaat ingebouwd.
U activeert het Surround Vision-sys-
teem door CAMERA te kiezen op het
infotainmentdisplay of door de auto in
R (achteruit) te zetten. Om eerder
terug te gaan naar het vorige scherm
drukt u op een knop op het Infotain-
mentsysteem, schakelt u naar de
P-stand (Park) of gaat u rijden met
een snelheid van circa 12 km/h
(8 mph).
Waarschuwing
De surround-uitzicht camera's
hebben dode hoeken en zullen niet
alle objecten bij de hoeken van het