236
RIJDEN EN BEDIENEN
spiegel op als zich een rijdend
voertuig in die dode hoek bevindt. Als
de richtingaanwijzer wordt geactiveerd
en er zich ook een voertuig aan deze
zijde bevindt, waarschuwt het knippe-
rende display u om niet van rijbaan te
wisselen. Aangezien dit systeem
onderdeel vormt van het waarschu-
wingssysteem voor rijstrookwisseling
(LCA), dient u het hele onderdeel LCA
te lezen voordat u deze functie
gebruikt.
Waarschuwing voor rijst-
rookwisseling (LCA)
Indien de auto over het LCA-systeem
beschikt, wordt hulp geboden bij het
wisselen van rijstrook om een aanrij-
ding te voorkomen. Het systeem geeft
een waarschuwing indien zich een
rijdend voertuig in de dode hoek(en)
bevindt of als hier een snel van
achteren naderend voertuig wordt
gedetecteerd. De LCA-waarschuwing
licht dan op in de desbetreffende
buitenspiegel en de waarschuwing
gaat knipperen als de richtingaan-
wijzer actief is.
Waarschuwing
LCA waarschuwt de bestuurder niet
voor auto's buiten de detectiezones
en evenmin voor voetgangers,
fietsers en dieren. Er wordt niet
onder alle rijomstandigheden een
waarschuwing geven bij het
wisselen van rijbaan. Indien bij het
wisselen van rijstroken niet de
nodige voorzichtigheid in acht
wordt genomen, kan dit lichamelijk
of dodelijk letsel of schade aan de
auto tot gevolg hebben. Voordat u
van rijbaan verandert, controleer
altijd de spiegels, kijk over uw
schouder en gebruik de richtingaan-
wijzer.
LCA-detectiegebieden
1. SBZA-detectiegebied
2. LCA-detectiegebied
De LCA-sensor bestrijkt aan beide
zijden van de auto een gebied met een
breedte van ongeveer één rijbaan,
ofwel 3,5 m (11 ft). De hoogte van het
gebied is ongeveer 0,5 m (1,5 ft) tot
2 m (6 ft) boven het wegdek. Het
waarschuwingsgebied van het
dodehoekdetectiesysteem (SBZA)
begint ongeveer bij het midden van de
auto en loopt 5 m (16 ft) naar
achteren. Bestuurders worden ook
gewaarschuwd voor voertuigen die
snel naderen tot ongeveer 25 m (82 ft)
achter de auto.