Bedieningsorganen
voor klimaatregeling
Klimaatregelsystemen
Dubbele automatisch geregelde
airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
Luchtroosters
Luchtroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Onderhoud
Luchtfilter inzittendencompar-
timent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
Klimaatregelsystemen
Dubbele automatisch geregelde airconditioning
Met de klimaatregelingsknoppen op de middenconsole en op het klimaatrege-
lingsdisplay worden de verwarming, koeling en ventilatie bediend.
1. AAN/UIT
2. AUTO (automatische regeling)
3. Bedieningsorganen voor de lucht-
verdeelregeling
4. Temperatuurregeling aan
bestuurderszijde
5. Ventilatorregeling
6. Temperatuurregeling aan passa-
gierszijde
7. A/C (airconditioning)
8. Recirculatie
9. SYNC (temperatuursynchroni-
satie)
10. Max. ontdooiing
11. Achterruitverwarming
151