Waarschuwing
(Vervolg)
Het uitlaatsysteem van de
auto is gewijzigd, beschadigd
of verkeerd gerepareerd.
Er zitten gaten of openingen
in de carrosserie van de auto
als gevolg van schade of
naderhand aangebrachte
wijzigingen die niet volledig
zijn afgedicht.
Als ongebruikelijke dampen worden
gedetecteerd of als wordt vermoed
dat uitlaatgassen de auto binnen-
komen:
Rijd dan alleen met de ruiten
helemaal open.
Laat de auto onmiddellijk
repareren.
Parkeer de auto nooit met draai-
ende motor in een afgesloten
ruimte zoals een garage of een
gebouw zonder goede ventilatie.
Draaiende motor bij gepar-
keerde auto
Het is beter om de motor niet te laten
draaien als de auto is geparkeerd.
Laat u de auto met een draaiende
motor achter, volg dan de juiste proce-
dure om te voorkomen dat het zich in
beweging zet. Zie Schakelen naar stand
Park 0 182 en
Motoruitlaat 0 184.
RIJDEN EN BEDIENEN
Roetfilter
Diesel, roetfilter
Het dieselroetfilter (DPF) ontdoet de
uitlaatgassen van roetdeeltjes. Het
roetfilter zit onder de auto in het
uitlaatsysteem.
Afhankelijk van een aantal factoren,
die de motorcomputer bewaakt, moet
het roetfilter worden gereinigd om de
opgehoopte vaste deeltjes te verwij-
deren. Als een reiniging vereist is, zal
de motorcomputer een zelfreinigings-
functie opstarten, die zonder verdere
melding vanzelf onder het rijden
wordt uitgevoerd. Het filter wordt
periodiek gereinigd door de
opgevangen roetdeeltjes bij een hoge
temperatuur te verbranden. Dit proces
vindt automatisch plaats tijdens het
rijden en kan tot 25 in beslag nemen.
Gedurende de procedure kan het
brandstofverbruik stijgen.
Terwijl de roetfilter-reiniging automa-
tisch wordt geregeld door de motor-
computer, moet de auto continu
rijden gedurende circa 25 minuten
185