196
RIJDEN EN BEDIENEN
Als de versnellingsbak bij gladde
wegomstandigheden wordt terugge-
schakeld, kan dit tot gevolg hebben
dat het voertuig slipt. Zie Slippen
onder Verlies van controle 0 162.
Voorzichtig
Als u de banden laat spinnen of als
u alleen het gaspedaal intrapt om
de auto op een helling op zijn plek
te houden, kan de versnellingsbak
beschadigd raken. De reparatie-
kosten hiervoor worden niet gedekt
door de voertuiggarantie. Laat als
de auto vastgelopen is de banden
niet doorslaan. Als u op een heuvel
stopt, moet u de remmen gebruiken
om de auto op zijn plek te houden.
Als de auto de 2.0L 4-cilinder motor
heeft, kan het toerental bij hogere
snelheden worden verhoogd als de
motor nog aan het opwarmen is.
Handgeschakelde modus
Drukschakelknoppen
Voorzichtig
Wanneer u de drukschakelknoppen
gebruikt terwijl met een hoog
motortoerental wordt gereden
zonder op te schakelen, kunt u de
auto beschadigen. Schakel zo nodig
steeds op naar een hogere versnel-
ling wanneer u de drukschakel-
knoppen gebruikt.
Auto's met drukschakelknoppen
beschikken over knoppen op de
achterkant van het stuurwiel waarmee
de automatische versnellingsbak
handbediend kan worden geschakeld.
Permanente drukschakelmodus
Permanente drukschakelmodus
inschakelen:
1. Met de auto in D (Drive) trekt u
de keuzehendel naar achteren
om M (handgeschakelde modus)
te activeren. De M in het schakel-
patroon licht rood op en de D
verandert in wit.
2. Na het loslaten van de keuze-
hendel keert deze terug in de
middenstand.
3. Druk op de knoppen achter het
stuurwiel om te schakelen.
Gebruik de linker drukschakel-
knop achter het stuurwiel om
terug te schakelen en de rechter
drukschakelknop om op te
schakelen. Houd de linker knop
ingedrukt om de laagst mogelijke
versnelling in te schakelen.
Permanente drukschakelmodus
verlaten: