ATTENTIE
Zelfdimmende spiegels bevatten een elektrolyt, die bij een gebroken
■
spiegelglas kan weglekken - dit kan de huid, ogen en ademhalingsorganen
prikkelen.
Als de ogen of de huid met elektrolyt in aanraking zijn gekomen, de be-
■
treffende plaats direct gedurende ten minste enkele minuten met veel wa-
ter afspoelen. Zo nodig medische hulp inroepen.
Dimmen van binnenspiegels
Afb. 62 Binnenspiegel met zelfdimfunctie: Variant 1 / variant 2
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 75.
Spiegel met handmatige dimfunctie
Basisstand van de spiegel (niet gedimd)
1
Spiegeldimfunctie
2
Spiegel met zelfdimfunctie
De dimfunctie
» afb. 62
wordt na de motorstart automatisch aangestuurd.
76
Bediening
Afb. 61
Binnenspiegel met handmatige
dimfunctie
» afb. 61
Bij het inschakelen van de binnenverlichting of bij het inschakelen van de ach-
teruitversnelling schakelt de spiegel terug naar de basisstand (niet gedimd).
ATTENTIE
Externe apparaten (bv. navigatiesysteem) niet in de buurt van de spiegel
■
met zelfdimfunctie bevestigen. Het verlichte display van een extern appa-
raat kan de werking van de binnenspiegel hinderen - gevaar voor ongeval-
len.
De zelfdimmende spiegel functioneert alleen storingsvrij als de lichtinval
■
op de sensoren niet wordt beperkt (bijvoorbeeld door het rolgordijn van de
achterruit). De sensoren zitten aan de voor- en achterzijde van de spiegel.
Buitenspiegels
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 75.
De buitenspiegels kunnen (afhankelijk van de wagenuitrusting) over een hand-
matige of een elektrische inklapfunctie, een zelfdimfunctie en een geheugen-
functie beschikken.
De draaiknop kan in de volgende standen (afhankelijk van de wagenuitrus-
ting) worden gezet
Spiegelvlak links instellen
Spiegelbediening uitschakelen
Spiegelvlak rechts instellen
Spiegelverwarming (werkt alleen als de motor draait)
Spiegels elektrisch inklappen (om terug te klappen de draaiknop in een an-
dere stand draaien)
»
Spiegelvlakken instellen
›
De draaiknop in de richting van de pijlen bewegen
Afb. 63
Buitenspiegelbediening
» afb.
63.